Hier volgen enkele nuttige tips om brandstof te besparen en om de uitstoot van schadelijke emissies van zowel CO2 als andere vervuilende stoffen (stikstofoxiden, onverbrande koolwaterstoffen, fijn stof enz.) zoveel mogelijk te beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Hieronder vindt u de algemene opmerkingen met betrekking tot het brandstofverbruik.
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de auto door de controles en afstellingen die in het "Geprogrammeerd Onderhoudsschema" staan vermeld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer minstens één keer per maand de bandenspanning: als de spanning te laag is, wordt de weerstand groter en neemt het brandstofverbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen bagageruimte.
Het gewicht van de auto (vooral in stadsverkeer) en de wieluitlijning hebben grote invloed op het brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder het imperiaal of de skidrager na gebruik.
Deze accessoires reduceren de aërodynamica van de auto, waardoor het brandstofverbruik toeneemt.
Gebruik voor het vervoer van grote voorwerpen een aanhanger, indien mogelijk.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische apparatuur alleen wanneer nodig. De achterruitverwarming, de verstralers, de ruitenwissers voor/achter en de aanjager van het ventilatie-/verwarmingssysteem nemen veel stroom op, waardoor het brandstofverbruik toeneemt (tot 25% in stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel energie waardoor het brandstofverbruik sterk toeneemt (tot gemiddeld 20%): gebruik wanneer de buitentemperatuur het toelaat bij voorkeur de functies van het ventilatiesysteem.
Aërodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aërodynamische accessoires kan de aërodynamica negatief beïnvloeden, waardoor het brandstofverbruik zal toenemen.
RIJSTIJL
Hieronder vindt u de voornaamste rijstijlen die van invloed zijn op het brandstofverbruik.
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met stationair toerental en ook niet met een verhoogd toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de uitlaatgasemissie toenemen. Het is beter om rustig weg te rijden en geen hoge toerentallen te gebruiken. Op deze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Vermijd gasgeven als u stilstaat voor een stoplicht of voordat u de motor afzet. Deze laatste handeling heeft evenals het overschakelen met tussengas, geen enkel nut. Het kost brandstof en verhoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het toelaten de hoogste versnelling. Het inschakelen van een lage versnelling voor een snelle acceleratie verhoogt het brandstofverbruik.
Bij het oneigenlijke gebruik van een hoge versnelling neemt het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toe, bovendien slijt de motor hierdoor sneller.
Maximumsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het brandstofverbruik fors toe. Rijd dus zoveel mogelijk met een constante snelheid, vermijd overbodig remmen en optrekken.
Dit kost alleen brandstof en verhoogt tevens de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof en verhoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen: geef geleidelijk aan gas zonder het maximumkoppel te overschrijden.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Hieronder vindt u de voornaamste gebruiksomstandigheden die een negatieve invloed hebben op het brandstofverbruik.
Koud starten
Bij zeer korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de motor niet de optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen het brandstofverbruik toe (van 15 tot aan 30% in stadsverkeer) maar ook de uitstoot van uitlaatgassen.
Verkeerssituaties en conditie van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij filerijden, waarbij overwegend lage versnellingen worden gebruikt, of in de stad waar veel verkeerslichten zijn, zal het brandstofverbruik aanzienlijk hoger zijn.
Bochtige trajecten, bergwegen en een slecht wegdek verhogen eveneens het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als de auto langere tijd stilstaat (bijv.
spoorwegovergangen), is het raadzaam de motor uit te zetten.
Trap, om de versnellingen in te schakelen, het koppelingspedaal volledig in en plaats de versnellingspook in de gewenste stand (het schakelschema is aangegeven op de knop fig. 120 fig. 121). Om d ...
WAARSCHUWINGEN Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de auto uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type en een adequate elektrische installatie. De montage van de trek ...
Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022). Weergave instellingen
Informatie met betrekking tot de
werking van de ondersteunende systemen
en instellingen van de weergave op het instrumentenpaneel
kunnen worden gewijzigd.
Om ondersteunende systemen, zoals h ...
Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Energiemonitor
Scherm navigatiesysteem (indien aanwezig)
Druk op de Remote Touch op de toets
MENU en selecteer vervolgens "Auto"
op het scherm "Menu".
Als het scherm "Reisinformatie" of "Historische
gegevens" ...