Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016): Controle van vloeistofniveaus

BELANGRIJK Rook nooit tijdens het uitvoeren van werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen ontvlambare gassen en dampen vrijkomen die brand kunnen veroorzaken.

 

BELANGRIJK Wees erg voorzichtig bij het uitvoeren van werkzaamheden in de motorruimte wanneer de motor nog warm is: gevaar voor brandwonden.Vergeet niet dat bij een warme motor de ventilator onverwacht kan inschakelen: kans op verwonding. Pas op voor sjaals, dassen of loszittende kledingstukken: deze kunnen door de bewegende onderdelen worden vastgegrepen.

Wees voorzichtig bij het bijvullen en meng nooit verschillende soorten vloeistoffen: alle vloeistoffen zijn specifiek en het mengen ervan kan de auto ernstig beschadigen.

1.6 MultiJet versie

MultiJet versie

  1. Motoroliepeilstok
  2. Motorolie dop/vulopening
  3. Accu
  4. Remvloeistof
  5. ruitensproeiervloeistof voor voorruit/ achterruit/koplampen
  6. Motorkoelvloeistof

2.0 MultiJet versie (voor bepaalde versies/markten)

MultiJet versie (voor bepaalde versies/markten)

  1. Motoroliepeilstok
  2. Motorolie dop/vulopening
  3. Accu
  4. Remvloeistof
  5. ruitensproeiervloeistof voor voorruit/ achterruit/koplampen
  6. Motorkoelvloeistof

MOTOROLIE

Motorolieniveau controleren

Controleer enkele minuten (ongeveer vijf ) na het uitzetten van de motor het oliepeil met de auto op een horizontale ondergrond.

Trek de motoroliepeilstok naar buiten, maak hem schoon en zet hem terug. Neem de peilstok weer uit en controleer of het peil zich tussen het MIN- en MAX-teken op de peilstok bevindt.

Het verschil tussen het MIN en MAX-teken komt overeen met ongeveer 1 liter olie.

Motorolie bijvullen

Als het oliepeil vlakbij of onder het MIN-teken staat, olie toevoegen via de vulopening B totdat het MAX-teken wordt bereikt.

BELANGRIJK Als het motoroliepeil bij een niveaucontrole boven het MAX-teken blijkt te staan, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk om het juiste peil te herstellen.

BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het verversen van motorolie de motor enkele seconden draaien alvorens de motor uit te zetten en wacht enkele minuten alvorens het oliepeil te controleren.

Motorolieverbruik

Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik op ongeveer 400 gram per 1000 km.

Tijdens de beginperiode van de auto wordt de motor ingereden. Daarom is het motorolieverbruik pas stabiel na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km.

BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van de rijstijl en de omstandigheden waaronder het voertuig wordt gebruikt.

BELANGRIJK Vul geen olie bij met andere kenmerken dan de olie waarmee de motor is gevuld.

BELANGRIJK Wanneer de motor warm is, voorzichtig zijn bij werkzaamheden in de motorruimte om brandwonden te voorkomen.

Vergeet niet dat bij een warme motor de ventilator onverwacht kan inschakelen: dit kan tot letsel leiden. Pas op voor sjaals, dassen of loszittende kledingstukken: deze kunnen door de bewegende onderdelen worden vastgegrepen.

 

De uitgewerkte motorolie en oude motoroliefilters bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.Het verdient aanbeveling de olie en de filters te laten vervangen door het Fiat Servicenetwerk.

REMVLOEISTOF

Controleer of het vloeistofniveau op het maximum peil staat (het niveau mag nooit boven het MAX-teken komen).

Als het vloeistofniveau te laag is, de reservoirdop D losdraaien (zie vorige pagina's) en vloeistof bijvullen zoals vermeld is in het hoofdstuk "Technische gegevens".

Opmerking Reinig zorgvuldig de reservoirdop en het omliggende oppervlak van de vulopening.

Zorg er goed voor dat er geen verontreinigingen in het reservoir terechtkomen als de dop geopend wordt.

Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met fijne zeef van maximaal 0,12 mm.

BELANGRIJK Remvloeistof is hygroscopisch (d.w.z.

trekt water aan). Daarom moet bij overwegend gebruik van de auto in gebieden met grote luchtvochtigheid, de vloeistof vaker worden vervangen dan is aangegeven in het "Geprogrammeerd onderhoudsschema".

Vermijd elk contact tussen de uiterst corrosieve remvloeistof en de gelakte delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met rijkelijk water.

 

BELANGRIJK Remvloeistof is giftig en uiterst corrosief.

Als men de remvloeistof per ongeluk toch morst,moeten de betreffende delen onmiddellijk worden schoongemaakt met water en een neutrale zeep en vervolgens rijkelijk met water worden gespoeld. In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen

 

BELANGRIJK Het symbool op het reservoir geeft aan dat een synthetische remvloeistof moet worden gebruikt, dus geen minerale remvloeistof.Het gebruik van minerale vloeistoffen kan de speciale rubbers in het remsysteem onherstelbaar beschadigen.

RUITENSPROEIERVLOEISTOFVOOR VOORRUIT/ACHTERRUIT/KOPLAMPEN

Als het niveau te laag is, til dan de reservoirdop E op (zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".

BELANGRIJK Rijd nooit met een leeg ruitensproeierreservoir: ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een goed zicht. Sommige in de handel verkrijgbare ruitensproeiervloeistoffen zijn licht ontvlambaar. De motorruimte omvat warme onderdelen die bij contact met de vloeistof brand kunnen veroorzaken.

MOTORKOELVLOEISTOF

Controleer het koelvloeistofniveau bij koude motor.

Het niveau moet tussen het MIN- en MAX teken op het reservoir staan.

Als het niveau te laag is, de reservoirdop F losdraaien (zie vorige pagina's) en vloeistof bijvullen zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".

Het motorkoelsysteem moet worden gevuld met PARAFLUUP antivries.

Vul koelvloeistof bij met dezelfde kenmerken als de koelvloeistof waarmee het koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLUUP mag niet met andere typen vloeistoffen worden gemengd.

Als dit toch gebeurt, de motor niet starten maar contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.

 

BELANGRIJK Het koelsysteem staat onder druk.

Vervang, indien nodig, de dop met een ander exemplaar van dezelfde kwaliteit en met dezelfde specificaties als de oorspronkelijke, anders kan de efficiëntie van het systeem negatief beïnvloed worden. Draai bij warme motor de dop van het expansiereservoir niet los: gevaar voor brandwonden.

LUCHTFILTER/POLLENFILTER/ DIESELFILTER

Neem voor het vervangen van het filter contact op met het Fiat Servicenetwerk.

    Intensief gebruik van de auto

    Als de auto voornamelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt: het trekken van aanhangers of caravans; het rijden op stoffige wegen; talrijke korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij ...

    Accu

    Het elektrolyt van de accu hoeft niet te worden bijgevuld met gedestilleerd water. Een periodieke controle bij het Fiat Servicenetwerk is echter noodzakelijk om de efficiëntie te verifiëren. AC ...

    Zie ook:

    Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Vervangen van wiel met een lekke band
    1. Plaats wielblokken. Plaats wielblokken. Positie wielblok Voor Links Achter het rechter achterwiel Rechts Achter het linker achterwiel Achter Li ...

    Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022). Bedieningsinstructies
    Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te schakelen: Type A De koplampen, de parkeerlichten voor, de dagrijverlichting, enz. gaan automatisch aan en uit ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl