Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016): De sleutels

CODE-CARD (voor bepaalde versies/markten)

Een CODE-card fig. 5 wordt samen met de sleutels geleverd. Deze moet getoond worden aan een Fiat Servicepunt als u duplicaatsleutels nodig heeft.

BELANGRIJK Om een correcte werking van de inwendige elektronische componenten te garanderen, mag de sleutel nooit aan direct zonlicht blootgesteld worden.

Bij verkoop van het voertuig,moet de contactsleutel en de CODE-card aan de nieuwe eigenaar overhandigd worden.

SLEUTEL ZONDERAFSTANDSBEDIENING (voor bepaalde versies/markten)

De sleutel heeft een metalen baard A fig. 6, die past op:

• het contactslot
• de portiersloten
• het klepje van de brandstofopening (bij versies met afsluitbare dop)
• de safe lock voorziening (alleen voor ontgrendeling - voor bepaalde versies/markten).

Ga om duplicaatsleutels te vragen naar het Fiat Servicenetwerk en neem een identiteitsbewijs en de eigendomsdocumenten van uw auto mee.

SLEUTEL METAFSTANDSBEDIENING

De sleutel heeft een metalen baard A fig. 7, die past op:

• het contactslot
• de portiersloten
• het klepje van de brandstofopening
• de safe lock voorziening (alleen voor ontgrendeling - voor bepaalde versies/markten)

Druk op knop B om de metalen baard A uit of in te klappen.

Met toets  worden de portieren en de achterklep op afstand ontgrendeld.

Met toets worden de portieren en de achterklep op afstand vergrendeld.

Met toets wordt de achterklep op afstand ontgrendeld.

Als de toets voor het vergrendelen van de portieren per ongeluk van binnenuit wordt ingedrukt,worden alleen de portieren ontgrendeld om uit het voertuig te kunnen stappen; de achterklep blijft vergrendeld. Om het systeem te resetten, nogmaals op de vergrendelings-/ontgrendelingstoetsen drukken / .

 

BELANGRIJK Druk toets B fig. 7 alleen in wanneer de sleutel ver genoeg van het lichaam (vooral de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbewaakt achter om te voorkomen dat iemand (in het bijzonder kinderen) per ongeluk op de knop drukt.

Ontgrendelen van de portieren en de achterklep

Druk kort op toets voor het ontgrendelen van de portieren en de achterklep, tegelijkertijd wordt het alarm uitgeschakeld (voor bepaalde versies/markten), gaat de tijdgestuurde interieurverlichting branden en knipperen de richtingaanwijzers tweemaal (voor bepaalde versies/markten).

Langer dan 2 seconden drukken op toets : ruiten worden geopend.

De portieren worden automatisch ontgrendeld als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt.

Vergrendelen van de portieren en de achterklep

Druk kort op toets voor het vergrendelen van de portieren en de achterklep, tegelijkertijd wordt het alarm ingeschakeld (voor bepaalde versies/ markten), gaat de tijdgestuurde interieurverlichting uit en knipperen de richtingaanwijzers eenmaal.

Als langer dan 2 seconden op toets wordt gedrukt: worden de ruiten gesloten. Als de toets tweemaal snel wordt ingedrukt, wordt de safe lockvoorziening ingeschakeld (voor bepaalde versies/markten) (zie paragraaf "Safe Lock Voorziening" hierna).

Als een of meer portieren open zijn, worden ze niet vergrendeld. Dit wordt aangegeven door led A fig. 8 in het middelste paneel en het snel knipperen van de richtingaanwijzers. De portieren worden wel bij open achterklep vergrendeld.

De achterklep openen met de sleutel met afstandsbediening

Druk op toets om de achterklep te ontgrendelen (openen) ook als het alarm is ingeschakeld (voor bepaalde versies/markten).

Het openen van de achterklep wordt aangegeven door het tweemaal knipperen van de richtingaanwijzers; als de klep gesloten wordt knipperen ze maar eenmaal (alleen als het alarm ingeschakeld is).

Als er een alarmsysteem gemonteerd is, schakelt dit systeem, als de achterklep geopend wordt, de volumetrische beveiliging en de omtreksensor voor de achterklep uit.

Als de achterklep weer gesloten wordt, treden de volumetrische beveiliging en de omtreksensor weer in werking.

Aanwijzingen van de led op het middelste paneel

Bij het vergrendelen van de portieren, gaat de led A fig. 8 ongeveer 3 seconden branden en vervolgens knipperen (bewakingsfunctie).

Als een van de portieren of de achterklep niet goed gesloten is wanneer de portieren vergrendeld worden, knippert de led snel samen met de richtingaanwijzers.

BATTERIJVAN DE SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN

Ga als volgt te werk om de batterij te vervangenfig. 9:

• druk op toets A en klap de metalen baard B uit;
• draai schroef C op met een kleine schroevendraaier;
• trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E met inachtneming van de juiste polariteit;
• plaats de batterijhouder D weer in de sleutel en draai de schroef C op .

EXTRAAFSTANDSBEDIENINGEN AANVRAGEN

Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als een nieuwe afstandsbediening nodig mocht zijn, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk en neem de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autodocumenten die het eigendom aantonen mee.

Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Lege batterijen moeten overeenkomstig de wet in speciale bakken gedeponeerd worden. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij het Fiat Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal zorgen.

DEKSELVAN DEAFSTANDSBEDIENING VERVANGEN

Ga te werk zoals aangegeven in afbeelding fig. 10 om het deksel van de afstandsbediening te vervangen.

SAFE LOCK SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)

Deze veiligheidsvoorziening verhindert de werking van:

• de binnenhandgrepen;
• knop vergrendeling/ontgrendeling portier op het middelste paneel fig. 11; hiermee wordt voorkomen dat de portieren vanuit het interieur kunnen worden geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld nadat een ruit is ingeslagen).

Het safe lock systeem biedt dus een optimale bescherming tegen inbraakpogingen. Daarom wordt het aanbevolen om, telkens wanneer het voertuig wordt verlaten, het systeem in te schakelen.

BELANGRIJK Wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is, kan het systeem worden ingeschakeld door de metalen baard van de sleutel in het portierslot te steken, zoals hiervoor is beschreven: in dat geval werkt het systeem alleen op de achterportieren.

Systeem inschakelen

Het systeem wordt automatisch op alle portieren ingeschakeld door tweemaal op toets van de sleutel met afstandsbediening te drukken.

Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, gaan de richtingaanwijzers 3 maal knipperen en knippert de led op de portiervergrendelingsknop op het dashboard.

Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, treedt het systeem niet in werking: zo wordt voorkomen dat iemand via het geopende portier het interieur van de auto kan betreden en, als het portier vervolgens wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten.

BELANGRIJK Als het safe lock systeem is ingeschakeld, dan is het niet meer mogelijk om de portieren vanuit het interieur te openen. Controleer daarom, voordat het voertuig wordt verlaten, of er niemand meer aan boord is.

Systeem uitschakelen

Het systeem wordt op elk portier automatisch uitgeschakeld als:

• de portieren ontgrendeld worden;
• door de contactsleutel naar de stand MAR te draaien.