Als men na aanschaf van het voertuig accessoires wil monteren die constante elektrische voeding nodig hebben (radio, diefstalalarm, satellietbewaking via GPS enz.) of veel stroom verbruiken, dient men contact op te nemen met het gespecialiseerde personeel van het Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen de meest geschikte apparatuur uit het assortiment Lineaccessori Fiat aanbevelen, het totale stroomverbruik beoordelen en controleren of de elektrische installatie hierop berekend is en of het noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
BELANGRIJK Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen velgen of niet originele wieldeksels: daardoor kan de ventilatie van de remmen namelijk beperkt worden,wat invloed heeft op de efficiëntie van de remmen bij noodsituaties waarin geremd moet worden, in omstandigheden die herhaaldelijk remmen nodig maken en tijdens lange afdalingen. Let erop dat de slag van de pedalen nergens door wordt belemmerd (matten, etc.) |
INSTALLATIEVAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische en elektronische systemen die na aanschaf van de auto door de aftersales-service worden geïnstalleerd, moeten van het merkteken zijn voorzien (zie fig. 91): Fiat Group Automobiles S.p.A. autoriseert de installatie van zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat deze door een gespecialiseerd bedrijf op vakkundige wijze en overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van installatie van systemen waarbij de kenmerken van de auto worden gewijzigd, kan het kentekenbewijs door de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich meebrengen voor defecten veroorzaakt door voornoemde wijziging of die direct of indirect hierop terug te voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor schade die het gevolg is van montage van accessoires die niet door Fiat Group Automobiles S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform de verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders e.d.) mag alleen in de auto worden gebruikt met een aparte antenne die aan de buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze apparaten in de auto (zonder buitenantenne) kan storingen in de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Dit kan de veiligheid van de auto in gevaar brengen en een potentieel gevaar voor de gezondheid van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwaliteit beperkt worden door het afschermingseffect van de carrosserie. Voor wat betreft het gebruik van mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met het officiële EU-keurmerk, wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van de mobiele telefoon.
De auto kan uitgerust zijn met een opbergvak in het dashboard. De autoradio moet worden geïnstalleerd op de plaats van het middelste opbergvak A. fig. 90, waar de voedingskabels zich bevinden. ...
Het voertuig is uitgerust met een elektrisch bediende stuurbekrachtiging genaamd "Dualdrive", die alleen werkt als de contactsleutel op MAR staat en de motor loopt, die de stuurkracht aanpast aan ...
Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). I-stop
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart
vervolgens de motor automatisch om het rijden te ...
Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Gebruik van een
Bluetooth-telefoon
Het handsfree-systeem maakt het mogelijk uw mobiele telefoon te
gebruiken
zonder dat u deze vast hoeft te houden.
Dit systeem ondersteunt Bluetooth. Bluetooth is een draadloos systeem
waarmee d ...