Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017): Lichtschakelaar

Bedieningsinstructies

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te schakelen:

  1.     De dagrijverlichting wordt ingeschakeld
  2. De parkeerlichten voor, achterlichten, kentekenplaat- en dashboardverlichting gaan branden
  3. De koplampen en alle hierboven genoemde verlichting gaan branden.
  4. De koplampen, de dagrijverlichting en de parkeerlichten vóór gaan automatisch aan en uit.

    (Wanneer het contact AAN staat.)

Inschakelen van het grootlicht

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

  1. Druk bij ingeschakelde koplampen de hendel van u af om het grootlicht in te schakelen.

    Door de hendel weer in de middenstand te zetten, wordt het grootlicht weer uitgeschakeld.

  2. Trek de hendel naar u toe en laat deze meteen weer los om één keer met het grootlicht te knipperen.

    U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.

Follow Me Home-systeem

Dankzij dit systeem kunnen de koplampen gedurende 30 seconden worden ingeschakeld wanneer het contact UIT staat.

Trek nadat u het contact UIT hebt gezet de hendel naar u toe en laat hem los terwijl de lichtschakelaar in de stand of staat.

Trek de hendel naar u toe en laat hem weer los om de verlichting uit te schakelen.

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

Draaiknop koplampverstelling (indien aanwezig)

De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in de auto en de mate van belading.

  1. Verhogen van de koplamphoogte
  2. Verlagen van de koplamphoogte

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

■ Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

■ Dagrijverlichting Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar uit of in de stand AUTO.

(Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.

■ Sensor koplampregeling

De werking van de sensor kan in negatieve zin beïnvloed worden als er iets over de sensor heen geplaatst wordt of als er iets op de ruit wordt aangebracht waardoor de sensor wordt afgeschermd.

Hierdoor kan de sensor niet op de juiste manier de hoeveelheid omgevingslicht signaleren, waardoor het automatische koplampsysteem mogelijk onjuist functioneert.

Bedienen van verlichting en ruitenwissers

■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting

  • Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
  • Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: De koplampen en alle verlichting worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT wordt gezet.

Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de lichtschakelaar een keer in de stand UIT en daarna weer in de stand of .

■ Automatische verticale koplampverstelling (indien aanwezig) De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de koplampen te voorkomen.

■ Zoemer verlichting Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.

■ Energiebesparende functie 12V-accu Om te voorkomen dat de 12V-accu van de auto ontladen raakt wanneer de koplampen en/of de achterlichten aan zijn terwijl het contact UIT wordt gezet, schakelt de energiebesparende functie van de 12V-accu alle verlichting na ongeveer 20 minuten automatisch uit. Wanneer het contact AAN wordt gezet, wordt de energiebesparende functie van de 12V-accu uitgeschakeld.

Onder de volgende omstandigheden wordt de energiebesparende functie van de 12V-accu eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten nadat de energiebesparende functie van de 12V-accu weer is geactiveerd automatisch uit:

  • Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
  • Wanneer een portier wordt geopend of gesloten

■ Persoonlijke voorkeursinstellingen De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.

(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen)

OPMERKING

■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesysteem niet is ingeschakeld.

    Bedienen van verlichting en ruitenwissers

    ...

    Schakelaar mistlampen

    De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige rijomstandigheden, zoals bij regen of mist. Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Schakelaar mistachterlicht Schakelt he ...

    Zie ook:

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Richtingaanwijzers en signalen voor rijbaanverandering
    Voor gebruik van de richtingaanwijzer en het signaal voor rijbaanverandering moet het contact op ON staan. Richtingaanwijzers Beweeg de richtingaanwijzerhendel naar beneden (voor een bocht naar li ...

    Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016). TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) (voor bepaalde versies/markten)
    De auto kan uitgerust zijn met een bewakingssysteem van de bandenspanning (TPMS) dat de bestuurder informeert over de toestand van de bandenspanning via de berichten "Bandenspanning controleren" e ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl