Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017): Reparatiemethode in noodgevallen

1. Haal de activeringssleutel uit de bandenreparatieset.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

2. Houd de bandenreparatieset ondersteboven, dus met de onderzijde naar boven gericht.

Verwijder het label en druk de activeringssleutel in totdat u een klik hoort.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

3. Zet de bandenreparatieset weer rechtop en zorg dat de compressor is uitgeschakeld.

Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

4. Sluit de voedingsstekker aan op de accessoireaansluiting.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

5. Verwijder het ventieldopje van het wiel met de lekke band.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

6. Verwijder het dopje van de slang.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

7. Sluit de slang aan op het ventiel.

Draai het uiteinde van de slang zo ver mogelijk rechtsom.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

8. Controleer de voorgeschreven bandenspanning.

De bandenspanning wordt aangegeven op de sticker, zoals afgebeeld.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

9. Schakel het hybridesysteem in.

10. Zet de compressor aan om de bandenreparatievloeistof in te spuiten en de band met lucht te vullen.

Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

11. Pomp de band op tot de voorgeschreven bandenspanning.

  1. De vloeistof wordt geïnjecteerd en de spanning wordt verhoogd tot 300 kPa (3,0 kg/cm2 of bar, 44 psi) of 400 kPa (4,0kg/cm2 of bar, 58 psi), en neemt dan geleidelijk af.
  2. De bandenspanningsmeter geeft ongeveer 1 minuut nadat de schakelaar in stand ON is gezet de werkelijke bandenspanning aan.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

  • Zet de compressor uit en controleer de bandenspanning.

    Controleer of de bandenspanning niet te hoog is en herhaal zo nodig de procedure totdat de band de voorgeschreven bandenspanning heeft.

  • Als de naald van de bandenspanningsmeter in het rode gebied komt (450 kPa [4,5 kg/cm2 of bar, 65 psi] of hoger) dan is de band of de bandenreparatieset mogelijk defect. Stop onmiddellijk met de noodreparatie.
  • Als de bandenspanning 10 minuten nadat de schakelaar aan is gezet nog steeds te laag is, dan is de band te beschadigd om nog te kunnen worden gerepareerd. Schakel de compressor uit en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • Laat, als de bandenspanning te hoog is, wat lucht uit de band om de bandenspanning op het voorgeschreven niveau te brengen.

12. Haal de slang van het bandventiel en haal daarna de voedingsaansluiting uit de accessoireaansluiting.

13. Rijd onmiddellijk ongeveer 5 km om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de binnenzijde van de band te verspreiden.

14. Breng de auto na ongeveer 5 km tot stilstand op een veilige plaats met een stevige, vlakke ondergrond en sluit de compressor weer aan.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

15. Schakel de compressor in, wacht een paar seconden en schakel deze dan weer uit. Controleer de bandenspanning.

  1. Als de bandenspanning lager is dan 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi), kan het lek niet worden gerepareerd. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  2. Als de bandenspanning zich bevindt tussen 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) en een punt onder het voorgeschreven niveau: Het gat kan worden gerepareerd. Ga verder met stap 16.
  3. Als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau is: Ga verder met stap 17.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

16. Zet de compressor AAN en vul de band met lucht tot de voorgeschreven bandenspanning is bereikt. Rijd ongeveer 5 km en ga dan verder met stap 14.

17. Berg de reparatieset op en breng de 2 stickers aan zoals aangegeven.

Voorkom plotseling remmen en scherpe bochten. Rijd voorzichtig met een snelheid van maximaal 80 km/h naar de dichtstbijzijnde erkende Lexusdealer of hersteller/reparateur of bandenspecialist of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het repareren of vervangen van de band.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

■ Bandenreparatieset

  • De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles. De bandenreparatievloeistof dient voor de uiterste houdbaarheidsdatum te worden vervangen. Neem voor vervanging contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig worden gebruikt om een enkele band tijdelijk te repareren. Als de bandenreparatievloeistof in de fles en andere delen van de set zijn gebruikt en moeten worden vervangen, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij temperaturen van -30ºC tot 60ºC.
  • De bandenreparatieset is exclusief bestemd voor de originele banden die op uw auto zijn gemonteerd. Gebruik de set niet voor banden met een afwijkende maat of voor andere doeleinden.
  • Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vlekken veroorzaken.
  • Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een vochtige doek.
  • Als de bandenreparatieset wordt gebruikt, zal dit duidelijk hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.

■ Als de band op een te hoge spanning is gebracht

  1. Neem de slang los van het ventiel.
  2. Plaats het ontluchtingsdopje op het uiteinde van de slang en druk het uitsteeksel in het ventiel om wat lucht uit de band te laten ontsnappen.
  3. Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en sluit dan de slang weer aan.
  4. Schakel de compressor in, wacht een paar seconden en schakel deze dan weer uit.

    Controleer of de bandenspanning op het voorgeschreven niveau is. Zet als de bandenspanning lager is dan de voorgeschreven spanning de compressor weer aan en herhaal de procedure van het op spanning brengen tot de voorgeschreven spanning is bereikt.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

WAARSCHUWING

■ Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de bandenreparatievloeistof

  • Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor uw gezondheid. Als u bandenreparatievloeistof inslikt, moet u zo veel mogelijk water drinken en onmiddellijk een huisarts raadplegen.
  • Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw ogen of op uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich niet lekker blijft voelen.

■ Bij het repareren van een lekke band

  • Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
  • Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
  • Als de slang niet goed is aangesloten op het ventiel, kan er lucht ontsnappen of kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
  • Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat de slang abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
  • Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit de band laat ontsnappen.
  • Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de band kan klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct uit als u ziet dat de band scheurtjes vertoont of vervormt.
  • De bandenreparatieset kan bij langdurig gebruik oververhit raken. Gebruik de compressor niet langer dan 10 minuten achter elkaar.
  • Sommige onderdelen van de bandenreparatieset kunnen erg warm worden. Wees daarom voorzichtig tijdens en na het gebruik ervan.
  • Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de aangegeven plaats.

    Als de sticker wordt aangebracht op een plaats waar zich een airbag bevindt, zoals op het middelste deel van het stuurwiel, dan kan dit de werking van het airbagsysteem hinderen.

■ Rijden om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig te verdelen

  • Rijd langzaam en voorzichtig. Wees extra voorzichtig bij het maken van bochten.
  • Als de auto niet rechtuit rijdt of als u merkt dat het stuurwiel naar één kant trekt, brengt u de auto tot stilstand en controleert u het volgende:
    • Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
    • Bandenspanning. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of lager is, dan kan dit duiden op een ernstige schade aan de band.

 

OPMERKING

■ Een noodreparatie uitvoeren

  • Voer de noodreparatie uit zonder de spijker of schroef die het loopvlak heeft doorboord te verwijderen. Als het object dat het lek heeft veroorzaakt is verwijderd, is het wellicht niet mogelijk om een noodreparatie met de bandenreparatieset uit te voeren.
  • De bandenreparatieset is niet waterdicht. Zorg dat de bandenreparatieset niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik in de regen.
  • Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoals in het zand of in de berm. Als er vuil of stof in de bandenreparatieset komt, kan er een storing optreden.
  • Houd de bandenreparatieset tijdens het gebruik rechtop. De bandenreparatieset werkt anders niet.

■ Gebruik van de bandenreparatieset

  • De compressor heeft een gelijkstroomvoeding van 12 V nodig. Sluit de compressor niet aan op een andere voedingsbron.
  • Als de bandenreparatieset in aanraking komt met benzine, kan de bandenreparatieset beschadigd raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
  • Berg de bandenreparatieset op de daarvoor bestemde plaats op en houd hem buiten bereik van kinderen.
  • Demonteer of wijzig de bandenreparatieset niet. Stel onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hierdoor kunnen storingen optreden.

■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en - zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen.

    Verwijderen van de bandenreparatieset

    1. Verwijder de middelste afdekplaat. 2. Verwijder het middelste extra opbergvak. 3. Verwijder de bandenreparatieset. Verwijderen van de krik 1. Verwijder de middelste afdekplaat en h ...

    Als het hybridesysteem niet kan worden gestart

    Het niet starten van het hybridesysteem kan verschillende oorzaken hebben. Raadpleeg het volgende overzicht en onderneem de bijpassende acties: Het hybridesysteem kan niet worden gestart, ook al ...

    Zie ook:

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Meters en tellers
    Snelheidsmeter Kilometerteller, dagteller en dagtellerkeuzeschakelaar Toerenteller Brandstofmeter Instrumentenpaneelverlichting Buitentemperatuurdisplay Display van ingestelde rijsne ...

    Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Controleren en vervangen van zekeringen
    Als een bepaalde stroomverbruiker niet werkt, kan het zijn dat een zekering is doorgebrand. Controleer in dat geval de desbetreffende zekering en vervang deze indien nodig. 1. Zet het contact UIT ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl