Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017): Smart entry-systeem met startknop

De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektronische sleutel (inclusief sleutelkaart) bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.

  • Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (auto's met instapfunctie)
  • Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep (auto's met instapfunctie)
  • Starten en stoppen van het hybridesysteem

■ Plaats van antenne

  1. Antennes buiten het interieur (auto's met instapfunctie)
  2. Antennes in het interieur
  3. Antenne in de bagageruimte
  4. Antenne buiten de bagageruimte (auto's met instapfunctie)

Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

■ Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)

Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

Openen, sluiten en vergrendelen van de portierenBij het vergrendelen of ontgrendelen van de portieren (auto's met instapfunctie)

Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich binnen 0,7m van de voorste portierhandgreep of de ontgrendelschakelaar van de achterklep bevindt. (Alleen de portieren die de sleutel signaleren, kunnen worden geopend of gesloten.)

Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren Bij het starten van het hybridesysteem of veranderen van de standen van het contact

Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt.

■ Alarmfuncties en waarschuwingsmeldingen Er gaat een alarm af en op het multi-informatiedisplay wordt een waarschuwingsmelding weergegeven om onverwachte ongevallen of diefstal van de auto te voorkomen als gevolg van onjuist gebruik. Wanneer er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, neem dan de juiste maatregelen op basis van de weergegeven melding.

In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.

Alarm Situatie Correctieprocedure
Buiten de auto hoorbaar alarm klinkt één keer gedurende 5 seconden (auto's met instapfunctie) Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was. Sluit alle portieren en vergrendel ze opnieuw.
Het alarm in de auto klinkt herhaaldelijk Het contact werd in de stand ACC gezet terwijl het bestuurdersportier geopend was (het bestuurdersportier werd geopend terwijl het contact in de stand ACC stond). Zet het contact UIT en sluit het bestuurdersportier.

■ Energiebesparende functie (auto's met instapfunctie) De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.

  • In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
    • De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
    • Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
  • Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier worden ontgrendeld. Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgrendelen.

■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden Het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering maken gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen)

  • Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
  • In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
  • Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
  • Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
    • Kaarten met aluminiumfolie
    • Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
    • Metalen portemonnees of tassen
    • Muntgeld
    • Metalen handwarmers
    • Media zoals CD's en DVD's
  • Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die radiogolven uitzendt) in de buurt gebruikt wordt
  • Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radiogolven uitzenden
    • De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radiogolven uitzendt
    • Computers of pda's
    • Digitale audioapparatuur
    • Draagbare spelcomputers
  • Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn bevestigd

■ Aanwijzing voor de instapfunctie

  • Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
    • De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
    • De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
    • De elektronische sleutel ligt op het dashboard, in de bagageruimte, op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
  • Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
  • Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
  • Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
  • De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
  • Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
  • Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
  • Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld.

    Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast.

    (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)

  • Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
  • Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
  • Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
  • Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
  • Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het portier krassen. Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet beschadigd raken.

■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden

  • Auto's met instapfunctie: Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet binnen een afstand van 2 meter van de auto.
  • Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.

■ Voor een juiste bediening van het systeem Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.

Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)

■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt

  • Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische sleutel.
  • Starten van het hybridesysteem

■ Persoonlijke voorkeursinstellingen Verschillende instellingen (bijv. van het Smart entry-systeem met startknop) kunnen worden gewijzigd.

(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen)

■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen

  • Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel.
  • Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact
  • Uitschakelen van het hybridesysteem
WAARSCHUWING

■Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur

  • Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten uit de buurt blijven van de antennes van het Smart entrysysteem met startknop. Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden. Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de momenten waarop deze worden uitgezonden, contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.
  • Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze apparatuur.

    Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke medische apparatuur.

Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.

    Achterklep

    De achterklep kan op de volgende manieren vergrendeld/ontgrendeld en geopend worden. Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep Smart entry-systeem met startknop (auto's met instapfunctie) Zor ...

    Verstellen van de stoelen

    ...

    Zie ook:

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Onderhoud van de veiligheidsgordels
    Reinig het verontreinigde gedeelte door dit licht te deppen met een zachte doek die is gedompeld in een oplossing van een zacht reinigingsmiddel (ongeveer 5%) en water. Veeg het resterende ...

    Chevrolet Cruze (J300) Instructieboekje (2008-2016). Gebruik
    Navi 600 Afspelen van een CD starten Duw de CD met de beschreven kant naar boven zo ver in de CD-sleuf dat deze naar binnen wordt getrokken. Het afspelen van de CD start automatisch en het ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl