Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019): Rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwt de bestuurder dat de kans bestaat dat de auto van zijn
rijstrook afwijkt en biedt assistentie bij de besturing om de bestuurder te
helpen binnen de rijstroken te blijven.
De vooruitrijcamera (FSC) bespeurt de
witte strepen (gele strepen) van de rijstrook waarin de auto zich op dat
moment bevindt en als het systeem bepaalt dat de auto mogelijk van zijn
rijstrook afwijkt wordt de elektrische stuurbekrachtiging geactiveerd om de
bestuurder bij de besturing te assisteren. Het systeem waarschuwt de
bestuurder ook door middel van de activering van een
rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid, het trillen van het stuurwiel en het
tonen van een waarschuwing in de display.
Zie Vooruitrijcamera (FSC).
De stuurwielbediening van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) heeft "Laat" en "Vroeg" functies
voor instelling van het tijdstip van de besturingsassistentie.
Bij de
"Laat" instelling assisteert het systeem de bestuurder bij de besturing als de
mogelijkheid bestaat dat de auto van zijn rijstrook afwijkt.
Bij de "Vroeg"
instelling assisteert het systeem de bestuurder constant bij de besturing zodat
de auto in de buurt van het midden van de rijstrook blijft.
Het tijdstip voor
"Laat" en "Vroeg" kan worden gewijzigd (tijdstip waarop besturingsassistentie
wordt verleend) door de instelling te wijzigen.
Zie Gebruikersinstellingen.
De rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) specificatie verschilt
afhankelijk ervan of de auto al dan niet met de rijstrookassistent (LAS) is
uitgerust. Als uw auto niet is uitgerust met de rijstrookassistent (LAS), zie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)

WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op de rijstrookassistent (LAS)
en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS):
- De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) zijn geen
automatische rijsystemen. Daarnaast is het systeem niet bedoeld
ter compensatie van onvoorzichtig rijgedrag van de bestuurder en kan
blindelings vertrouwen op het systeem ongelukken veroorzaken.
- De detectiemogelijkheid van de rijstrookassistent (LAS) en
het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) is beperkt.
Blijf altijd uw baan aanhouden met behulp van het stuurwiel en
rijd voorzichtig.
Gebruik de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) niet in de volgende
gevallen: De kans bestaat dat het systeem niet adequaat
reageert op de werkelijke rijomstandigheden, waardoor ongelukken
veroorzaakt kunnen worden.
- Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
- Bij het rijden onder slechte weersomstandigheden
(regen, mist en sneeuw).
- Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
- Wegen met druk verkeer en onvoldoende afstand tussen
voertuigen.
- Wegen met geen witte (gele) rijstrookstrepen.
- Wegversmallingen als gevolg van wegwerkzaamheden of
afgesloten rijstroken.
- Bij het rijden op een tijdelijke rijstrook of een
weggedeelte met een afgesloten rijstrook als gevolg van
wegwerkzaamheden waar mogelijk meerdere witte (gele)
rijstrookstrepen zijn of waar deze zijn onderbroken.
- Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven
druk is afgesteld.
- Wanneer banden van een andere dan de voorgeschreven maat
worden gebruikt, zoals een noodreserveband.
|
OPGELET Neem
de volgende punten in acht zodat de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) normaal kunnen
functioneren.
- Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen.
- Gebruik altijd velgen van het voorgeschreven type en formaat
voor de voor- en achterwielen. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur, voor
het vervangen van de banden.
|
OPMERKING
- Wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om
van rijstrook te veranderen, wordt de rijstrookassistent (LAS) en
het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch
uitgeschakeld. De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) worden weer
operationeel wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt teruggezet
en het systeem witte (gele) rijstrookstrepen bespeurt terwijl met
de auto normaal binnen de rijstrook wordt gereden.
- Als het stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal
abrupt worden bediend en de auto dicht in de buurt van een witte
(gele) streep komt, bepaalt het systeem dat de bestuurder van
rijbaan verandert en wordt de werking van de rijstrookassistent
(LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
tijdelijk uitgeschakeld. De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) worden weer
operationeel wanneer het systeem witte (gele) rijstrookstrepen
bespeurt terwijl met de auto normaal binnen de rijstrook wordt
gereden.
- Als de auto binnen een korte tijd bij herhaling van
zijn rijstrook afwijkt, bestaat de kans dat de rijstrookassistent
(LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) niet
functioneren.
- De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) functioneren niet
wanneer geen witte (gele) rijstrookstrepen worden bespeurd.
- Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) de witte (gele)
rijstrookstrepen niet correct kan bespeuren en dat het systeem
niet normaal functioneert.
- Als een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is
in de voorruit weerkaatst wordt en door de camera wordt
opgenomen.
- Wanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de
achterzitting is geplaatst en de auto overhelt.
- Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is
afgesteld.
- Wanneer andere banden dan conventionele banden zijn
gemonteerd.
- Wanneer de auto op de oprit/afrit van de pleisterplaats of
het tolhek van een snelweg rijdt.
- Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn doordat deze vuil zijn of de verf afgesleten is.
- Wanneer een voertuig dat vóór uw auto rijdt nabij de
witte (gele) rijstrookstreep rijdt waardoor deze minder goed
zichtbaar is.
- Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn als gevolg van slecht weer (regen, mist of
sneeuw).
- Bij het rijden op een tijdelijke rijstrook of een
weggedeelte met een afgesloten rijstrook als gevolg van
wegwerkzaamheden waar mogelijk meerdere witte (gele)
rijstrookstrepen zijn of waar deze zijn onderbroken.
- Wanneer een misleidende streep op de weg wordt waargenomen,
zoals bij een tijdelijke streep voor wegwerkzaamheden, of door
schaduweffecten, sneeuwresten of gleuven met water.
- Wanneer de helderheid van de omgeving plotseling
verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel.
- Wanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als
gevolg van verontreiniging of afwijking van de optische as.
- Wanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.
- De voorruit, camera is beslagen (waterdruppels).
- Wanneer achterverlichting vanaf het wegdek reflecteert.
- Wanneer het wegdek nat en glimmend is na regen, of als
er plassen op de weg zijn.
- Wanneer een schaduw van de vangrail parallel aan een
witte (gele) rijstrookstreep op de weg valt.
- Wanneer de rijstrook smal is (minder dan ongeveer 2,5 m) of
breed is (meer dan ongeveer 4,5 m).
- Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.
- Wanneer de weg buitengewoon oneffen is.
- Wanneer de auto schokt na een hobbel in de weg.
- Wanneer er twee of meer naast elkaar gelegen witte (gele)
rijstrookstrepen zijn.
- Wanneer er wegmarkeringen of rijbaanmarkeringen van diverse
vormen zijn in de buurt van een kruising
|
Gebruik van het systeem
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit gaat, gaat het systeem over op standby.
Als het contact
op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep gaat branden, de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF schakelaar indrukken zodat het
systeem overgaat op standby.

Rijd met het systeem op standby naar het midden van de rijstrook. Het systeem
zal beginnen te functioneren wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan.
- Wanneer de motor draait.
- De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
- Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen.
(Als het
systeem enkel een witte (gele) streep aan de linker- of rechterzijde
bespeurt, het tijdstip van de besturingsassistentie "Laat" is en het
systeem enkel functioneert voor een afwijking in de richting die wordt
bespeurd.)
- De rijstrook is niet smal of breed.
De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaan in de volgende gevallen over naar de standby-toestand:
OPMERKING
- (Wanneer het tijdstip van de besturingsassistentie is
ingesteld op "Laat")
- De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) functioneren niet
totdat het systeem witte (gele) rijstrookstrepen aan de linker-
of rechterzijde bespeurt.
- Wanneer het systeem een witte (gele) rijstrookstreep enkel
aan één zijde bespeurt, zal het systeem geen waarschuwingen
activeren voor de rijstrookstreep aan de zijde die niet bespeurd
wordt. De waarschuwing is enkel voor de rijstrookafwijking aan de
zijde die bespeurd wordt.
- (Wanneer het tijdstip van de besturingsassistentie is
ingesteld op "Vroeg")
- Het tijdstip van de besturingsassistentie werkt alleen
onder de "Vroeg" conditie wanneer het systeem witte (gele)
rijstrookstrepen aan zowel de linker- als de rechterzijde
bespeurt. Het tijdstip van de besturingsassistentie werkt alleen
onder de "Laat" conditie wanneer het systeem een witte (gele)
rijstrookstreep aan de linker- of de rechterzijde bespeurt.
- De besturingsassistentie wordt uitgevoerd zodat de auto om
en nabij het midden van de rijstrook blijft rijden, echter,
afhankelijk van omstandigheden zoals bochten, hellingsgraad,
golvingen in de weg en rijsnelheid, bestaat de kans dat het systeem
de auto aan het begin van de bocht niet bij het midden van de
rijstrook kan houden.
- Als u uw handen van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel
niet vasthoudt), wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt een alarmmelding aangegeven in de multiinformatiedisplay of
Active Driving Display.

Als u het stuurwiel licht vasthoudt, is het mogelijk dat het
systeem afhankelijk van de rijomstandigheden bespeurt dat u het
stuurwiel heeft losgelaten (het stuurwiel niet langer vasthoudt) ook
al is dit niet het geval en dat er een bericht in de Active Driving
Display verschijnt.
- Het tijdstip waarbij de waarschuwing voor
rijstrookafwijking wordt geactiveerd en de besturingsassistentie
wordt uitgevoerd varieert.
- Voor de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) kunnen de volgende
instellingen worden gewijzigd. Zie Gebruikersinstellingen.
- Besturingsassistentie in werking/buiten werking
- Uitschakelgevoeligheid (waarschijnlijkheid van
besturingsassistentie)
|
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) van standby overgaan naar de
geactiveerde toestand, worden de rijstrookstrepen weergegeven in de
multi-informatiedisplay of Active Driving Display.

Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch geannuleerd en
worden de rijstrookstrepen (standby) aangegeven in de multi-informatiedisplay of
Active Driving Display. Bovendien, wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) operationeel zijn, wordt het
systeem weer automatisch ingeschakeld en worden de rijstrookstrepen
(operationeel) weergegeven in de multi-informatiedisplay of Active Driving
Display.
- De temperatuur binnen in de camera is hoog of laag.
- De voorruit rondom de camera is beslagen.
- De voorruit rondom de camera wordt door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren belemmerd wordt.
Automatische uitschakeling van
waarschuwing/besturingsassistentie
Wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd, wordt de werking van de
rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
automatisch geannuleerd. De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) worden na het uitvoeren van de
handeling automatisch opnieuw ingeschakeld.
OPMERKING
- Na de handeling bestaat de kans dat de werking van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) gedurende maximaal 5
seconden wordt onderbroken totdat de rijstrookstrepen weer
bespeurd worden.
- Onder de volgende omstandigheden wordt de waarschuwing/
besturingsassistentie automatisch door de rijstrookassistent (LAS)
en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) geannuleerd.
- De bestuurder neemt zijn/haar handen van het stuurwiel
af.
(De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) zijn bedoeld om de
bestuurder bij de bediening van het stuurwiel te assisteren en de
werking ervan wordt automatisch hervat wanneer de bestuurder het
stuurwiel vastpakt.)
- De DSC OFF schakelaar wordt ingedrukt om de DSC te
annuleren.
|
Besturingsassistentie UIT
(niet-operationeel)
De besturingsassistentie voor de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) kan naar niet-operationeel (UIT)
worden gewijzigd.
Zie Veranderen van de instelling
(Gebruikersinstellingen).
Gebruik de rijstrookassistent (LAS)
en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) als volgt wanneer de
besturingsassistentie naar niet-operationeel (OFF) is gewijzigd:
Gebruik van het systeem
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit gaat, gaat het systeem over op standby.
Als het contact
op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep gaat branden, de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF schakelaar indrukken zodat het
systeem overgaat op standby.

Rijd met het systeem op standby naar het midden van de rijstrook. Het systeem
zal beginnen te functioneren wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan.
- Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen aan zowel de linker-
als de rechterzijde.
- De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
- De auto rijdt op een rechte weg of op een weg met flauwe bochten.
- Wanneer de motor draait.
De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaan in de volgende gevallen over naar de standby-toestand:
- Het systeem kan de witte (gele) rijstrookstrepen niet bespeuren.
- De rijsnelheid is minder dan ongeveer 60 km/h.
- De auto maakt een scherpe bocht.
- De auto maakt een bocht met een onjuiste snelheid.
OPMERKING
- De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) blijven standby
totdat witte (gele) strepen aan zowel de linker- als de rechterzijde
of aan een van beide zijden worden bespeurd.
- Wanneer het systeem een witte (gele) rijstrookstreep
enkel aan één zijde bespeurt, zal het systeem geen waarschuwingen
activeren voor de rijstrookstreep aan de zijde die niet bespeurd
wordt.
- De afstand- en waarschuwingsgevoeligheid die door het
systeem wordt gebruikt om de mogelijkheid van een
rijstrookafwijking te bepalen kan gewijzigd worden.
Zie
Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen).
|
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) vanuit de standby-toestand
operationeel worden, worden de rijstrookstrepen weergegeven in de Active
Driving Display. Het systeem gaat over op weergave van de geactiveerde
toestand wanneer het systeem een witte (gele) streep aan de linker- of de
rechterzijde bespeurt.

Automatische uitschakeling
Onder de volgende omstandigheden, worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch geannuleerd. De
rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
worden bij het operationeel worden automatisch opnieuw ingeschakeld.
- De temperatuur binnen in de camera is hoog of laag.
- De voorruit rondom de camera is beslagen.
- De voorruit rondom de camera wordt door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren belemmerd wordt.
(Automatische annulering van waarschuwingen)
Bij het uitvoeren van de volgende handelingen, bepalen de rijstrookassistent
(LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) dat de bestuurder
van plan is van rijstrook te veranderen en wordt de werking van het systeem
automatisch geannuleerd. De werking van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) wordt na het uitvoeren van de
handeling automatisch hervat.
Uitschakeling van het systeem
Druk wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) zijn uitgeschakeld, de
rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
OFF schakelaar in.

Het OFF indicatielampje van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) gaat branden.

OPMERKING
(Europees model)
- Wanneer het contact op OFF wordt gezet, worden de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) operationeel de
volgende keer dat het contact weer op ON wordt gezet.
(Behalve Europese modellen)
- Wanneer het contact op OFF wordt gezet, wordt de
systeemtoestand aangehouden die bestond alvorens deze werd
uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het contact op OFF wordt gezet
terwijl de rijstrookassistent gebruiksklaar is, zal het
systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer
op ON gezet wordt.
- In de volgende gevallen worden de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch
geannuleerd en gaat het OFF indicatielampje van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) branden. Laat uw
auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur controleren.
- Wanneer er een defect is in de stuurbekrachtiging.
- Wanneer er een defect is in de DSC.
- Wanneer er een defect is in de vooruitrijcamera (FSC).
|
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) worden geannuleerd, worden de
rijstrookstrepen niet langer in de multiinformatiedisplay of Active Driving
Display aangegeven.
Rijstrookafwijkingwaarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de kans bestaat dat de auto van zijn rijstrook
afwijkt, wordt de rijstrookafwijkingwaarschuwing (pieptoon, dreunend geluid
*1 of stuurwieltrilling) geactiveerd en wordt de richting waarin het systeem
bepaalt dat de auto afwijkt aangegeven in de multi-informatiedisplay of
Active Driving Display.
Bij voertuigen uitgerust met de
multi-informatiedisplay, wordt de richting waarin het systeem bepaalt dat de
auto van zijn rijstrook gaat afwijken aangegeven op de multiinformatiedisplay.
Bij voertuigen uitgerust met de Active Driving Display verandert de kleur van de
rijstrookstreep in de richting waarin het systeem bepaalt dat de auto van zijn
rijstrook gaat afwijken van wit naar oranje en gaat de rijstrookstreep
knippere

OPMERKING
- Als u het rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid op
zoemtoon/dreunend geluid *1 hebt ingesteld, bestaat de kans dat
het waarschuwingsgeluid niet hoorbaar is, afhankelijk van de
omgevingsgeluiden.
- Als u het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem hebt
ingesteld op stuurwieltrilling, bestaat de kans dat afhankelijk
van de toestand van het wegdek de trilling niet voelbaar is.
- Wanneer de instelling voor de besturingsassistentie
gewijzigd wordt naar operationeel, kunnen de waarschuwingen op
activeren/niet-activeren worden ingesteld. (Wanneer de instelling
voor de besturingsassistentie gewijzigd wordt naar
niet-operationeel, kunnen de waarschuwingen niet op
niet-activeren worden ingesteld.) Zie Veranderen van de
instelling (Gebruikersinstellingen).
- De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) kunnen gewijzigd
worden naar de volgende instellingen, ongeacht of de
besturingsassistentie op operationeel/niet-operationeel is
ingesteld. Controleer tijdens het rijden altijd de status van de
instellingen en verander de instellingen indien nodig.
Zie
Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen).
- Stuurwieltrilling: Sterk/zwak
- Waarschuwingsgeluidvolume
- Soorten waarschuwingen (stuurwieltrilling/pieptoon/dreunend
geluid *1 )
*1 Een rammelstrook is een reeks groeven in het wegdek die op
regelmatige afstand zijn aangebracht en die wanneer het voertuig er
over heen rijdt een trilling en rammelgeluid teweegbrengen om de
bestuurder te waarschuwen dat het voertuig de rijstrook verlaat.
Het
rammelgeluid is een reproductie van het geluid dat teweeg wordt gebracht
wanneer een voertuig over een rammelstrook rijdt.

|
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al
naargelang de rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de
afstand ten opzichte van een voorliggend voertuig m ...
Afstelbare snelheidsbegrenzer
De afstelbare snelheidsbegrenzer is een functie die voorkomt dat er niet
sneller met de auto gereden kan worden dan een ingestelde snelheid. De
rijsnelheid wordt geregeld zodat deze onder de inges ...