Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022): Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
■ Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronkelijke
stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft.
Duw de hendel van u af om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.

■ Grootlicht inschakelen
Druk de schakelaar van het
Automatic High Beam-systeem
in.
Het controlelampje van het
Automatic High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het
Automatic High Beam-systeem
weer in te schakelen.

■Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
- Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
- De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
- Het gebied voor de auto is niet verlicht.
- Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen
of
achterlichten.
- Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
- Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het
grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
- De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
- Het gebied voor de auto is verlicht.
- Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten
ingeschakeld.
- Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Informatie werking camerasensor
- In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet automatisch
uitgeschakeld:
- Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
- Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
- Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als
gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
- Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende
rijstrook
op een brede weg
- Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde
verlichting
zijn
- Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt
gesignaleerd
die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen uit zijn.
- Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting,
verkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingeschakeld.
- De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het
inof
uitschakelen van het grootlicht:
- De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van
tegenliggers
en voorliggers
- De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
- Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één
kant
werkt
- Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen
betreft
- De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van
het
wegdek, enz.)
- Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
- Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
- Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.
- In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het
omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten mogelijk
branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet
handmatig
worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
- Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
- Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs,
vuil,
enz.
- De voorruit is gebarsten of beschadigd.
- De camerasensor is vervormd of vuil.
- De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
- De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van
koplampen,
achterlichten of mistlampen.
- Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld of de koplampen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
- In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
- Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals
klinkerwegen,
zandwegen, enz.)
- Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
- Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel,
voor
de auto.
- De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een
container
op een truck.
- De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
- De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of
ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekoppeld.
- Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld tussen
dimlicht en grootlicht.
- De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last
hebben
van het grootlicht.
■Als "Headlight System Malfunction Visit Your Dealer" (Storing in
koplampsysteem.
Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Inschakelen van het Automatic High Beam-systeem
1. Duw de hendel van u af terwijl
de lichtschakelaar in de stand
of staat.
2. Druk de schakelaar van het
Automatic High Beam-systeem
in.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-sys ...
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij regen of mist.
Bedieningsinstructies
Schakelt de mistlampen
voor en de mistachte ...