Bedienen van de ruitenwisserhendel
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel als volgt te bewegen:
Ruitenwissers met intervalafstelling
Het wisinterval kan worden gewijzigd als de intervalstand wordt geselecteerd.
Ruitenwissers met regensensor
In de stand AUTO werken de ruitenwissers automatisch wanneer de sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid wordt automatisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoeligheid worden ingesteld.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers kunnen worden bediend als Het contact AAN staat.
■Wisslag om druppelvorming te voorkomen (auto's met ruitenwissers met regensensor) Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een slag om de laatste druppels te verwijderen. Deze functie werkt echter niet tijdens het rijden.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's met ruitenwissers met regensensor) De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
■Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De auto is voorzien van een optische sensor. Deze werkt mogelijk niet goed als zonlicht van de opkomende of ondergaande zon af en toe op de voorruit valt of als er insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de voorruit terechtkomt Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en controleer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zijn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen De instellingen van de bediening van de AUTO-modus kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen)
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van de ruitenwissers in de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor) De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als de sensor wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat u zich niet kunt bezeren als de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het gebruik van ruitensproeiervloeistof Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Als de voorruit droog is Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de voorruit beschadigd kan worden.
■Als het sproeierreservoir leeg is Druk niet constant op de schakelaar, aangezien de sproeierpomp oververhit kan raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt Neem in dat geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu Laat de ruitenwissers niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesysteem niet ingeschakeld is.
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige rijomstandigheden, zoals bij regen of mist. Bedieningsinstructies Schakelt de mistlampen voor en de mistachte ...
Bedienen van de ruitenwisserhendel Draai aan het uiteinde van de hendel om de achterruitenwisser in te schakelen en duw de hendel van u af om de achterruitenwisser en -sproeier in te schakelen. ...
Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Informatie betreffende de turbolader (SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
OPGELET
Na het rijden op de snelweg of na een lange rit bergop, de
motor tenminste 30 seconden stationair laten draaien alvorens
deze stop te zetten. Anders bestaat de kan ...
Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud
Als u controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u dit
precies te
doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Onderwerp
Benodigdheden
Conditie 12V-accu
V ...