Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022): Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus

Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.

1. Houd bij uitgeschakelde cruise control de toets ON-OFF gedurende ten minste 1,5 seconden ingedrukt.

Direct nadat op de toets ON-OFF is gedrukt, gaat het controlelampje Dynamic Radar Cruise Control branden. Vervolgens gaat het controlelampje cruise control branden.

Overschakelen naar de constantesnelheidsregelmodus is alleen mogelijk als de hendel wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.

Gebruik van de ondersteunende systemen

2. Accelereer of decelereer met behulp van het gaspedaal naar de gewenste rijsnelheid (hoger dan ongeveer 50 km/h) en druk de hendel naar beneden om de snelheid op te slaan.

Het controlelampje cruise control SET gaat branden.

De rijsnelheid op het moment dat de hendel wordt losgelaten, wordt de ingestelde snelheid.

Wijzigen van de ingestelde snelheid.

Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling.

Gebruik van de ondersteunende systemen

■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden gebruikt als

  • Schakelstand D is geselecteerd.
  • De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.

    Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rijsnelheid ongeveer 50 km/h of lager is.

■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft.

■Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties.

  • De werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h en er worden geen voorliggers gesignaleerd.
  • De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een lagere rijsnelheid dan ongeveer 40 km/h. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste manier signaleren.
  • De VSC is geactiveerd.
  • De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
  • Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te drukken.
  • De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
  • Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
  • Intelligent sonarsysteem is in werking. (indien aanwezig)
  • De parkeerrem is geactiveerd.
  • De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
  • Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de volgende gevallen niet hervat:
    • De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
    • Het bestuurdersportier wordt geopend.
    • De auto staat langer dan 3 minuten stil.

In dit geval wordt mogelijk automatisch schakelstand P ingeschakeld.

Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties:

  • Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnelheid.
  • Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
  • De VSC is geactiveerd.
  • De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
  • Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te drukken.
  • Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
  • Intelligent sonarsysteem is in werking. (indien aanwezig)

Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

■Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.

■Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet worden geaccelereerd.

Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing gegeven.

  • Auto's die plotseling voor u invoegen
  • Auto's die met lage snelheden rijden
  • Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
  • Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
  • Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de sensor hindert
  • Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is (omdat er zware lading in de bagageruimte vervoerd wordt, enz.)

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • De voorligger heeft een extreem grote bodemvrijheid

Gebruik van de ondersteunende systemen

■Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de situatie, het gaspedaal).

Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het systeem mogelijk niet goed.

  • Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg smal zijn

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoeren of frequent van rijstrook wisselt

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Als uw voorligger plotseling decelereert

    Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling

    Als u de hendel naar u toe trekt, wordt de snelheidsregeling uitgeschakeld. De snelheidsregeling wordt eveneens uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingetrapt. (Als de auto is stilge ...

    Dynamic Radar Cruise Control-systeem

    ...

    Zie ook:

    Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022). Belangrijke voorzorgsmaatregelen in verband met uitlaatgassen
    Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing. WAARSCHUWING Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos en reukloos gas. Neem de volgen ...

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Afstelbare snelheidsbegrenzer
    De afstelbare snelheidsbegrenzer is een functie die voorkomt dat er niet sneller met de auto gereden kan worden dan een ingestelde snelheid. De rijsnelheid wordt geregeld zodat deze onder de inges ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl