Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022): Smart entry-systeem met startknop

De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.

  • Ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
  • Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep (indien aanwezig)
  • Inschakelen van het hybridesysteem

■Plaats van antenne

  1. Antenne aan de buitenzijde (bestuurderszijde)* 1
  2. Antenne aan de buitenzijde (voorpassagierszijde)* 1, 2
  3. Antennes in het interieur
  4. Antenne buiten de bagageruimte*2

Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

*1: Deze afbeelding is voor auto's met linkse besturing. Voor auto's met rechtse besturing zijn de posities van de antennes omgekeerd.
*2: Indien aanwezig

■Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)

Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren

Vergrendelen of ontgrendelen van de portieren

Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich binnen 0,7 m van de portiergreep van het bestuurdersportier, de portiergreep van het voorpassagiersportier* of de schakelaar achterklep openen* bevindt. (Alleen de portieren die de sleutel signaleren, kunnen worden geopend of gesloten.)

*: Indien aanwezig

Bij het starten van het hybridesysteem of veranderen van de standen van het contact

Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt.

■Alarmfuncties en waarschuwingsmeldingen Er gaat een alarm af en op het multi-informatiedisplay wordt een waarschuwingsmelding weergegeven om onverwachte ongevallen of diefstal van de auto te voorkomen als gevolg van onjuist gebruik. Wanneer er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, neem dan de juiste maatregelen op basis van de weergegeven melding.

In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.

Alarm Situatie Correctieprocedure
Het buiten de auto hoorbare alarm klinkt één keer gedurende 5 seconden Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was. Sluit alle portieren en vergrendel ze opnieuw.
Het alarm in de auto klinkt herhaaldelijk Het contact werd in de stand ACC gezet terwijl het bestuurdersportier geopend was (het bestuurdersportier werd geopend terwijl het contact in de stand ACC stond). Zet het contact UIT en sluit het bestuurdersportier.

■Als op het multi-informatiedisplay "Smart Entry & Start System Malfunction See Owner's Manual" (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raadpleeg handleiding) wordt weergegeven Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

■Energiebesparende functie De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.

  • In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
    • De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
    • Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
  • Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier worden ontgrendeld. Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgrendelen.

■Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel minder snel leeg omdat de ontvangst van radiogolven door de elektronische sleutel wordt gestopt.

Druk twee keer in terwijl u ingedrukt houdt. Ga na of het controlelampje van de elektronische sleutel 4 keer knippert.

Het Smart entry-systeem met startknop kan niet worden gebruikt als de energiebesparende functie voor de batterij is ingeschakeld. Druk op een van de toetsen van de elektronische sleutel om de functie te annuleren.

■Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden Het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering maken gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende situaties kunnen storingen optreden in de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto, waardoor het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering mogelijk niet goed werken: (Oplossingen)

  • Wanneer de batterij van de elektronische sleutel leeg is
  • In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
  • Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
    • Kaarten met aluminiumfolie
    • Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
    • Metalen portemonnees of tassen
    • Muntgeld
    • Metalen handwarmers
    • Media zoals CD's en DVD's
  • Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die radiogolven uitzendt) in de buurt gebruikt wordt
  • Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radiogolven uitzenden
    • Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of andere draadloos communicatiemiddelen
    • De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radiogolven uitzendt
    • Computers of pda's
    • Digitale audioapparatuur
    • Draagbare spelcomputers
  • Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn bevestigd
  • Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elektronische apparaten wordt gehouden

■Aanwijzing voor de instapfunctie

  • Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
    • De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
    • De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
  • Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
  • Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrendeld en vergrendeld.
  • Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
  • De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
  • Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie.

    (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)

  • Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
  • Sommige uitvoeringen: Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen identificatiesignalen gegeven.
  • Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in dit geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto.
    • Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
    • Schakel de energiebesparende functie voor de elektronische sleutel in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen.
  • Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
  • De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en probeer deze nogmaals te bedienen.
  • Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
  • Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.

■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden

  • Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet binnen een afstand van 2 meter van de auto.
  • Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.

■Voor een juiste bediening van het systeem Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.

Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)

■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt

  • Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische sleutel.
  • Starten van het hybridesysteem

■Persoonlijke voorkeursinstellingen Verschillende instellingen (bijv. van het Smart entry-systeem met startknop) kunnen worden gewijzigd.

(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:

■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke voorkeursinstellingen

  • Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel.
  • Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact
  • Uitschakelen van het hybridesysteem
WAARSCHUWING

■Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur

  • Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten uit de buurt blijven van de antennes van het Smart entry-systeem met startknop. Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.

    Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de momenten waarop deze worden uitgezonden, contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg vervolgens uw arts om na te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.

  • Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten contact opnemen met de fabrikant van deze producten om te informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op de werking van deze apparatuur.

    Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke medische apparatuur.

    Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.

    Achterklep

    De achterklep kan als volgt worden ontgrendeld/vergrendeld en geopend/gesloten. Smart entry-systeem met startknop (indien aanwezig) Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in ...

    Verstellen van de stoelen

    ...

    Zie ook:

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Rembekrachtiging
    Wanneer het bij het afremmen in noodsituaties nodig is het rempedaal met een grotere kracht dan normaal in te drukken, biedt het rembekrachtigingsysteem remassistentie voor een verbetering van het ...

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Oplossen van problemen
    Mazda Bluetooth  Handsfree Klantenservice Als u problemen heeft met Bluetooth  , kunt u gratis bellen met onze klantenservicedienst. Telefoon: (Duitsland) 0800 4263 738 (8:00—18:00 Mid ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl