■ Voorwaarden starten werking Wanneer het controlelampje OFF van het intelligente sonarsysteem niet brandt of knippert en aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, werkt het systeem.
Restrictieregeling vermogen hybridesysteem
Remregeling
■ Voorwaarden beëindigen werking In de volgende situaties stopt het systeem met werken.
Restrictieregeling vermogen hybridesysteem
Remregeling
Weergave en zoemer voor restrictieregeling vermogen hybridesysteem en remregeling
Wanneer de restrictieregeling van het vermogen van het hybridesysteem of de remregeling in werking is, klinkt de zoemer en wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay om de bestuurder te waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de restrictieregeling van het vermogen om hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij het vermogen zo veel mogelijk te beperken.
Regeling | Situatie | Multi-informatiedisplay | Controlelampje intelligent sonarsysteem OFF | Zoemer |
De restrictieregeling van het vermogen van het hybridesysteem is in werking (regeling begrenzing acceleratie) | Acceleratie is vanaf een bepaalde snelheid niet mogelijk. |
![]() |
Brandt niet | Kort piepsignaal |
De restrictieregeling van het vermogen van het hybridesysteem is in werking (regeling om het vermogen zo veel mogelijk te beperken) | Er moet harder dan normaal worden geremd |
![]() |
Brandt niet | |
De remregeling is in werking | Een noodstop is noodzakelijk | |||
De auto is tot stilstand gebracht door de werking van het systeem | De auto is tot stilstand gebracht na werking door de remregeling |
![]() |
Brandt |
■Signaleringsgebied sensoren Het detectiebereik van het intelligente sonarsysteem verschilt van dat van het sonarsysteem.
Daardoor wordt het intelligente sonarsysteem mogelijk niet ingeschakeld, ook al signaleert het sonarsysteem een obstakel en wordt er een waarschuwing gegeven.
■Werking systeem Wanneer de auto tot stilstand wordt gebracht door de werking van het systeem, wordt het intelligente sonarsysteem uitgeschakeld en brandt het controlelampje OFF van dat systeem.
■Systeemherstel
Wanneer het intelligente sonarsysteem wordt uitgeschakeld door de werking van het systeem en u de werking ervan wilt hervatten, schakel dan het intelligente sonarsysteem weer in of zet het contact UIT en weer AAN.
Wanneer de auto rijdt terwijl een obstakel zich niet langer in de rijrichting van de auto bevindt of wanneer de rijrichting van de auto wijzigt (bijvoorbeeld wanneer u eerst vooruit reedt en vervolgens achteruit en vice versa), wordt de werking van het systeem automatisch hervat.
■Obstakels die niet door de sensoren worden waargenomen De volgende obstakels worden mogelijk niet door de sensoren gesignaleerd.
(Met name mensen die bepaalde soorten kleding dragen worden mogelijk niet gesignaleerd.)
■Zoemer sonarsysteem Als, ongeacht of het sonarsysteem AAN of UIT is, het intelligente sonarsysteem niet is uitgeschakeld en de sensoren voor en achter een obstakel signaleren en de remregeling wordt uitgevoerd, klinkt ook de zoemer van het sonarsysteem en wordt er een melding gegeven over de geschatte afstand tot het obstakel.
■Situaties waarin het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een aanrijding is In de onderstaande situaties werkt het systeem mogelijk, zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
- Er wordt gereden op een grindweg of in een gebied waar het gras hoog is
- De auto rijdt richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom (zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergangen, tolpoortjes en parkeerplaatsen)
- Er bevindt zich een obstakel aan de rand van de weg (wanneer er in een smalle tunnel, over een smalle brug of op een smalle weg wordt gereden)
- Bij fileparkeren
- Bij een groef of gat in het wegdek
- Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals voor afwatering wordt gebruikt
- Er wordt gereden op een steile helling
- De sensor wordt bedekt door water als gevolg van een overstroomde weg
■In het onwaarschijnlijke geval dat het intelligente sonarsysteem per ongeluk in werking treedt op een kruispunt e.d.
Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat het intelligente sonarsysteem per ongeluk in werking treedt op een kruispunt e.d., wordt de remregeling na ongeveer 2 seconden uitgeschakeld, zodat u verder kunt rijden en de plek kunt verlaten. Bovendien wordt de remregeling ook uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingetrapt. Wanneer u het gaspedaal weer intrapt, kunt u weer verder rijden en de plek verlaten.
■Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet goed.
- De omgeving van de sensor is heel heet of koud
- Het waait hard
- Er zit ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor (na het verwijderen zal het systeem weer normaal werken)
- Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er veel water op uw auto terechtkomt
- Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of een zandstorm
■Intelligent sonarsysteem terwijl het Simple Intelligent Parking Assistsysteem in werking is
■Bij het verwijderen en plaatsen van de 12V-accu Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Het systeem kan worden geïnitialiseerd door gedurende ten minste 5 seconden recht vooruit te rijden met een snelheid van ongeveer 35 km/h of hoger.
■Wanneer "ICS Unavailable" (intelligent sonarsysteem niet beschikbaar) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven en het controlelampje OFF van het intelligente sonarsysteem knippert
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven doordat zich ijs vormt op de sensor en de sensor daardoor mogelijk geen obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer normaal werken.
■Wanneer "ICS Malfunction Visit Your Dealer" (storing in het intelligente sonarsysteem, ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven, het controlelampje OFF van het intelligente sonarsysteem knippert en de zoemer klinkt Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor een veilig gebruik Vertrouw niet uitsluitend op het systeem. Wanneer u uitsluitend op het systeem vertrouwt, kan dat resulteren in een ongeval.
■Zorgen dat het systeem goed werkt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sensoren in acht. Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, werken de sensoren mogelijk niet goed, waardoor een ongeval kan ontstaan.
■Omgaan met de wielophanging Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien veranderingen in de wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kunnen zorgen dat de sensoren obstakels niet juist signaleren, het systeem niet werkt of het systeem onnodig werkt.
■Storingen aan de sensoren voorkomen
■Onnodige werking voorkomen Schakel in de volgende situaties het intelligente sonarsysteem uit. Het systeem werkt mogelijk, zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
Het intelligente sonarsysteem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het scherm van het multi-informatiedisplay. Wanneer het intelligente sonarsysteem is uitgeschakeld, brandt het controlel ...
Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Achteruitkijkmonitor
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de
achterzijde van de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de
omgevi ...
Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Afspelen van discs met MP3- en WMA-bestanden
■ Selecteren van één map per keer
Druk op toets 5 of 6 om de gewenste map te selecteren.
■ Terugkeren naar de eerste map
Houd toets 5 ingedrukt totdat u een pieptoon h ...