Chevrolet Cruze (J300) Instructieboekje (2008-2016): Spraakherkenning

Algemene informatie

Met de spraakherkenning van het infotainmentsysteem kunt u verschillende functies van het navigatiesysteem bedienen (alleen Navi 900; inclusief functies van het audiosysteem) en het telefoonportaal via spraakinvoer. Hij herkent opdrachten en numerieke volgordes onafhankelijk van de betreffende spreker. De opdrachten en numerieke volgordes kunnen worden gesproken zonder een spreekpauze tussen de afzonderlijke woorden.

U kunt het bestemmingsadressen, radiozenders en telefoonnummers opslaan met een naam van uw keuze (spraaklabel). Met behulp van deze namen kunt u later het bestemmingsadres voor een reis instellen, een radiozender selecteren of een telefoonverbinding tot stand brengen.

In het geval van een verkeerde bediening of opdrachten geeft de spraakherkenning u visuele en/of akoestische terugkoppeling en vraagt u de gewenste opdracht opnieuw in te voeren. Afgezien daarvan bevestigt de spraakherkenning belangrijke opdrachten en vraag zo nodig na.

Om ervoor te zorgen dat gesprekken in de auto geen onopzettelijk activeren van systeemfuncties veroorzaken, start de spraakherkenning niet tot deze is ingeschakeld.

Belangrijke opmerkingen over taalondersteuning

  • Niet alle talen die beschikbaar zijn voor de weergave van het infotainmentsysteem zijn ook beschikbaar voor de spraakherkenning.
  • Niet alle talen die beschikbaar zijn voor de spraakherkenning van het telefoonportaal zijn ook beschikbaar voor de spraakherkenning van het navigatiesysteem (inclusief functies van het audiosysteem).
  • Spraakherkenning van de telefoonportaal: wanneer de huidige geselecteerde taal voor het display niet wordt ondersteund door de spraakherkenning, moet u de gesproken opdrachten in het Engels uitspreken.

    Om de gesproken opdrachten in het Engels uit te spreken, moet u eerst het telefoonhoofdmenu activeren door de knop PHONE op het infotainmentsysteem in te drukken en vervolgens de spraakherkenning van het telefoonportaal activeren door op de knop w op het stuurwiel te drukken.

  • Spraakherkenning van het navigatiesysteem: wanneer de huidige geselecteerde taal voor het display niet wordt ondersteund door de spraakherkenning, is de spraakherkenning niet beschikbaar.

In zo'n geval moet u een andere taal selecteren voor het display wanneer u het infotainmentsysteem wilt bedienen via gesproken opdrachten.

Druk op de knop CONFIG, selecteer het menu-item Talen en selecteer vervolgens bijv. English.

Omdat de Engelse taal een van de talen is die ondersteunt wordt door het spraakherkenningssysteem van het navigatiesysteem, is spraakherkenning vervolgens beschikbaar.

Let op Als u de taal op het display van het infotainmentsysteem verandert, worden alle namen die momenteel aan voorkeuzezenders en/of bestemmingsadressen zijn toegewezen, verwijderd.

Telefoonregeling

Spraakherkenning activeren

Om de spraakherkenning te activeren van het telefoonportaal, drukt u op de knop op het stuurwiel. Gedurende een dialoog wordt elke actieve geluidsbron gedempt en eventueel in te voegen verkeersberichten worden geannuleerd.

Het volume voor de spraakuitvoer afstellen

Draai de volumeknop van het infotainmentsysteem of druk op de knoppen + of ― op het stuurwiel.

Een dialoog annuleren

Er zijn verschillende mogelijkheden om de spraakherkenning uit te schakelen en de dialoog te annuleren:

  • Druk op de knop op het stuurwiel.
  • Zeg "Annuleren".
  • Voer (spreek) enige tijd geen opdrachten in.
  • Na de derde onherkende opdracht.

Bediening

Met de hulp van spraakherkenning kan de mobiele telefoon heel gemakkelijk worden bediend via spraakinvoer.

Het is voldoende om de spraakherkenning te activeren en om de gewenste opdracht in te voeren (uit te spreken). Na de invoer van de opdracht geleidt het infotainmentsysteem u door de dialoog met geschikte vragen en feedback om de gewenste handeling te activeren.

Hoofdopdrachten

Na inschakeling van de spraakherkenning heeft een korte toon aan dat de spraakherkenning wacht op een invoer.

Beschikbare hoofdopdrachten:

  • "Kiezen"
  • "Bellen"
  • "Opnieuw kiezen"
  • "Opslaan"
  • "Verwijderen"
  • "Lijst"
  • "Koppelen"
  • "Selecteer apparaat"
  • "Gesproken feedback"

Opdrachten die vaak beschikbaar zijn

  • "Help": de dialoog wordt afgesloten en alle opdrachten die beschikbaar zijn binnen de feitelijke functie worden opgesomd.
  • "Annuleren": de spraakherkenning wordt uitgeschakeld.
  • "Ja": een geschikte handeling wordt geactiveerd, afhankelijk van de context.
  • "Nee": een geschikte handeling wordt geactiveerd, afhankelijk van de context.

Een telefoonnummer invoeren Na de opdracht "Kiezen" vraagt de spraakherkenning om de invoer van een nummer.

Het telefoonnummer moet met een normale stem worden ingesproken zonder kunstmatige pauzes tussen de afzonderlijke nummers.

De herkenning werkt het best wanneer er een pauze is van minimaal een halve seconde na elke drie tot vijf cijfers. Het infotainmentsysteem herhaalt vervolgens de herkende nummers.

U kunt vervolgens nog meer nummers of de volgende opdrachten invoeren:

  • "Kiezen": de ingevoerde gegevens zijn geaccepteerd.
  • "Verwijderen": het laatste ingevoerde nummer of het laatst ingevoerde blok met nummers is verwijderd.
  • "Plus": een "+" wordt voorafgaand aan een gesprek naar het buitenland ingevoerd.
  • "Controleren": de ingevoerde gegevens worden herhaald door de spraakuitvoer.
  • "Sterretje": Een asterisk "*" wordt ingevoerd.
  • "Hekje": een hekje "#" wordt ingevoerd.
  • "Help"
  • "Annuleren"

De maximumlengte van het ingevoerde telefoonnummer is 25 cijfers.

Om een gesprek in het buitenland te kunnen voeren, moet u het woord "Plus" (+) uitspreken aan het begin van uw nummer. Met de plus kunt u vanuit elk land bellen zonder dat u het kengetal hoeft te weten voor gesprekken vanuit dat land. Spreek vervolgens de noodzakelijke landcode in.

Voorbeeld van een dialoog

Gebruiker: "Kiezen"

Spraakuitvoer: "Zeg het nummer dat u wilt bellen"

Gebruiker: "Plus Vier Negen"

Spraakuitvoer: "Plus Vier Negen"

Gebruiker: "Zeven Drie Eén"

Spraakuitvoer: "Zeven Drie Eén"

Gebruiker: "Eén Eén Negen Negen"

Spraakuitvoer: "Eén Eén Negen Negen"

Gebruiker: "Kiezen"

Spraakuitvoer: "Het nummer wordt gekozen"

Een naam invoeren

Met behulp van de opdracht "Bellen" wordt een telefoonnummer ingevoerd dat is opgeslagen in het telefoonboek onder een naam (spraaklabel).

Beschikbare opdrachten:

  • "Ja"
  • "Nee"
  • "Help"
  • "Annuleren"

Voorbeeld van een dialoog Gebruiker: "Bellen"

Spraakuitvoer: "Zeg de naam die u wilt bellen"

Gebruiker: <Naam>

Spraakuitvoer: "Wilt u <Michael> bellen?"

Gebruiker: "Ja"

Spraakuitvoer: "Het nummer wordt gekozen"

Een tweede gesprek beginnen

Een tweede gesprek kan worden gestart tijdens een actief telefoongesprek.

Om dat te doen, drukt u op de knop .

Beschikbare opdrachten:

  • "Verzenden": handmatige DTMF (toonkiezen) actieven, bijv. voor voicemail of telefonisch bankieren.
  • "Naam verzenden": DTMF (toonkiezen) activeren door een naam (spraaklabel) in te voeren.
  • "Kiezen"
  • "Bellen"
  • "Opnieuw kiezen"
  • "Help"
  • "Annuleren"

Voorbeeld van een dialoog

Gebruiker: <wanneer een telefoongesprek actief is: druk op de knop >

Gebruiker: "Verzenden"

Spraakuitvoer: "Zeg het nummer dat u wilt verzenden" (voor het invoeren van een nummer raadpleegt u het dialoogvoorbeeld voor Een telefoonnummer invoeren)

Gebruiker: "Verzenden"

Opnieuw kiezen Het nummer dat het laatst gebeld is, wordt opnieuw gebeld met de opdracht "Opnieuw kiezen".

Opslaan

Met de opdracht "Opslaan" wordt een telefoonnummer opgeslagen in het telefoonboek onder een naam (spraaklabel).

De ingevoerde naam moet eenmaal worden herhaald. De stemhoogte en uitspraak moet zo gelijk mogelijk zijn voor beide naaminvoeren, anders weigert de spraakherkenning de ingevoerde namen.

U kunt maximaal 50 spraaklabels in het telefoonboek opslaan.

Spraaklabels zijn afhankelijk van de spreker, d.w.z. alleen de persoon die de spraaklabel heeft opgenomen, kan deze openen.

Om te voorkomen dat het begin van de opname van een opgeslagen naam wordt afgebroken, moet er een korte pauze worden ingelast na elk invoerverzoek.

Om het spraaklabel onafhankelijk van de locatie te kunnen gebruiken, d.w.z. ook in andere landen, moeten alle telefoonnummers worden ingevoerd met een "plus"-teken en een landcode.

Beschikbare opdrachten:

  • "Opslaan": de ingevoerde gegevens zijn geaccepteerd.
  • "Controleren": de laatste invoer wordt herhaald.
  • "Help"
  • "Annuleren"

Voorbeeld van een dialoog Gebruiker: "Opslaan"

Spraakuitvoer: "Zeg het nummer dat u wilt opslaan" (voor het invoeren van een nummer raadpleegt u het dialoogvoorbeeld voor Een telefoonnummer invoeren)

Gebruiker: "Opslaan"

Spraakuitvoer: "Zeg de naam die u wilt opslaan"

Gebruiker: <Naam>

Spraakuitvoer: "Herhaal de naam om te bevestigen"

Gebruiker: <Naam>

Spraakuitvoer: "Naam opslaan"

Verwijderen

Een eerder opgeslagen spraaklabel wordt verwijderd met de opdracht "Verwijderen".

Beschikbare opdrachten:

  • "Ja"
  • "Nee"
  • "Help"
  • "Annuleren"

Luisteren naar opgeslagen namen De spraakuitvoer van alle opgeslagen namen (spraaklabels) wordt gestart met de opdracht "Lijst".

Opdrachten die beschikbaar zijn tijdens spraakuitvoer van de spraaklabels:

  • "Bellen": het telefoonnummer van het spraaklabel dat het laatst hardop is voorgelezen, wordt geselecteerd.
  • "Verwijderen": de invoer van het spraaklabel dat het laatst hardop is voorgelezen, wordt verwijderd.

Een mobiele telefoon opslaan in of verwijderen uit de apparatenlijst Met de opdracht "Koppelen" kan een mobiele telefoon worden opgeslagen in of verwijderd uit de apparatenlijst van het telefoonportaal.

Beschikbare opdrachten:

  • "Toevoegen"
  • "Verwijderen"
  • "Help"
  • "Annuleren"

Voorbeeld van een dialoog Gebruiker: "Koppelen"

Spraakuitvoer: "Wilt u een apparaat toevoegen of verwijderen?"

Gebruiker: "Toevoegen"

Spraakuitvoer: "Probeer te koppelen aan <1234> in het externe apparaat"

Spraakuitvoer: "Wilt u het apparaat koppelen?"

Gebruiker: "Ja"

Spraakuitvoer: "Het apparaat is verbonden als het nummer <apparaat_nummer>"

Een mobiele telefoon selecteren uit de apparatenlijst

Met behulp van de opdracht "Selecteer apparaat" kan een mobiele telefoon worden geselecteerd in de apparatenlijst voor het instellen van een Bluetooth-verbinding.

Voorbeeld van een dialoog Gebruiker: "Selecteer apparaat" Spraakuitvoer: "Zeg het nummer van het apparaat dat uw wilt selecteren"

Gebruiker: <apparaatnummer>

Spraakuitvoer: "Wilt u apparaatnummer <apparaatnummer> selecteren?"

Gebruiker: "Ja"

Spraakuitvoer: "Wilt u het apparaat koppelen?"

Gebruiker: "Ja"

Spraakuitvoer: "Eén moment. Het systeem zoekt het geselecteerde apparaat"

Spraakuitvoer: "Apparaatnummer <app_num> is geselecteerd"

Gesproken feedback

Elke spraakinvoer wordt beantwoord of toegelicht door het infotainmentsysteem via een spraakuitvoer die is aangepast aan de situatie.

Om de spraakuitvoer in of uit te schakelen, voert u "Gesproken feedback" in of drukt u op de knop .

    Navigatie

    Algemene aanwijzingen Het navigatiesysteem brengt u betrouwbaar en zonder kaartlezen naar de gewenste bestemming, ook wanneer u ter plaatse helemaal niet bekend bent. De dynamische routebege ...

    Telefoon

    Algemene aanwijzingen Het telefoonsysteem (mits ingebouwd) biedt u de mogelijkheid om de gesprekken van de mobiele telefoon via een microfoon en de luidsprekers in de auto te voeren en om de ...

    Zie ook:

    Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Display-instellingen
    Instelmogelijkheden voor het afstellen van het contrast en de helderheid van het scherm. Het display kan ook worden uitgeschakeld. Scherm voor display-instellingen Ga naar "Display": toets MEN ...

    Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022). Voorbeelden van de werking van het systeem
    Het systeem werkt in de volgende situaties wanneer in de rijrichting van de auto een obstakel wordt gesignaleerd. Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt Het ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl