Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016): Cruise-control (constante snelheidsregeling)

Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016) / Wegwijs in uw auto / Cruise-control (constante snelheidsregeling)

(voor bepaalde versies/markten)

Dit is een elektronisch geregeld hulpsysteem, waarmee de auto (bij een snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en droge wegen met weinig veranderingen qua rijomstandigheden (bijv.

snelwegen), met een constante, vooraf ingestelde snelheid blijft rijden zonder het gaspedaal te hoeven bedienen.

Het gebruik van de cruise-control wordt dus niet aanbevolen op buitenwegen met druk verkeer.

Gebruik het systeem niet in de stad.

INSCHAKELENVAN HET SYSTEEM

Zet de draaischakelaar A fig. 42 in de stand ON.

Het systeem mag alleen worden ingeschakeld in de 4e versnelling of een hogere.Op afdalingen kan de snelheid bij ingeschakelde cruise-control iets hoger liggen dan de van te voren ingestelde snelheid.

De inschakeling wordt aangegeven door het aangaan van het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel (samen met het speciale bericht op het display) (zie hoofdstuk "Waarschuwingslampjes en berichten").

INSCHAKELENVAN HET SYSTEEM 

DE SNELHEIDVAN HETVOERTUIG OPSLAAN

Ga als volgt te werk:

  • zet de draaischakelaar A fig. 42 in de stand ON and en trap het gaspedaal in om de gewenste snelheid te bereiken;
  • zet de draaischakelaar B gedurende minstens drie seconden op (+), laat hem vervolgens los. De voertuigsnelheid is nu in het geheugen opgeslagen en u kunt dus het gaspedaal loslaten.

Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan de snelheid gewoon verhoogd worden door het gaspedaal in te trappen: als het gaspedaal vervolgens wordt losgelaten, keert de auto terug naar de eerder opgeslagen snelheid.

OPGESLAGEN SNELHEID HERSTELLEN

Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid als volgt worden opgeroepen:

  • geef geleidelijk gas totdat een snelheid in de buurt van de opgeslagen snelheid wordt bereikt;
  • schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het moment dat de snelheid werd opgeslagen (4e, 5e of 6e versnelling);
  • druik op knop C fig. 42.

DE OPGESLAGEN SNELHEIDVERHOGEN

Dit kan op twee manieren:

  • door het gaspedaal in te trappen en de nieuwe snelheid op te slaan; of
  • door draaischakelaar B fig. 42 tijdelijk op (+) te zetten.

Elke beweging van de draaischakelaar zal oveenkomen met een lichte snelheidsverhoging (ongeveer 1 km/u), terwijl als de draaischakelaar in deze stand gehouden wordt dit overeenkomt met een voortdurende snelheidsverhoging.

DE OPGESLAGEN SNELHEIDVERLAGEN

Dit kan op twee manieren:

  • door het systeem uit te schakelen en de nieuwe snelheid op te slaan; of
  • door de draaischakelaar B fig. 42 op (–) gedraaid te houden tot de nieuwe snelheid is bereikt; deze wordt dan automatisch opgeslagen.

Elke beweging van de draaischakelaar zal oveenkomen met een lichte snelheidsverlaging (ongeveer 1 km/u), terwijl als de draaischakelaar in deze stand gehouden wordt dit overeenkomt met een voortdurende snelheidsverlaging.

UITSCHAKELENVAN HET SYSTEEM

Zet de draaischakelaar A fig. 42 op OFF of draai de contactsleutel op STOP. In de volgende gevallen wordt het systeem automatisch uitgeschakeld:

  • wanneer het rempedaal of het koppelingspedaal wordt ingetrapt;
  • als het ASR- of ESP-systeem in werking treedt (voor bepaalde versies/markten);
  • als er geschakeld wordt in versies met Dualogic versnellingsbak (voor bepaalde versies/markten) in Handmatige modus;
  • als de Dualogic versnellingspook (indien aanwezig) per ongeluk in stand N of R gezet wordt.
BELANGRIJK Zet, tijdens het rijden met ingeschakelde Cruise-control, nooit de versnellingspook in de vrijstand en zet de Dualogic vesnellingspook niet in stand N of R.

 

BELANGRIJK Draai bij een storing van het systeem de draaischakelaar A fig. 42 op OFF en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk

    Ruiten reinigen

    RUITENWISSERS/-SPROEIER De ruitenwissers kunnen alleen werken met de contactsleutel in de stand MAR. De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet fig. 37: ruitenwissers u ...

    Plafondverlichting

    PLAFONDVERLICHTINGVOOR MET SPOTS Met de schakelaar A fig. 43 wordt de plafondverlichting in- en uitgeschakeld. Zet de schakelaar A in de middelste stand: de lampjes C en D gaan aan/uit bij het o ...

    Zie ook:

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Thuiskomstverlichting
    Bij bediening van de hendel schakelt de thuiskomstverlichting de koplampen (dimlicht) in. Inschakelen van de verlichting Wanneer aan de hendel wordt getrokken terwijl het contact op ACC of OFF s ...

    Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Registratie van voertuiggegevens
    Deze auto is uitgerust met een computer die de volgende belangrijke gegevens van de auto registreert welke verband houden met de elektronische besturing, rijgegevens en overige gebruiksomstandighe ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl