(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een elektronisch geregeld hulpsysteem, waarmee de auto (bij een snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en droge wegen met weinig veranderingen qua rijomstandigheden (bijv.
snelwegen), met een constante, vooraf ingestelde snelheid blijft rijden zonder het gaspedaal te hoeven bedienen.
Het gebruik van de cruise-control wordt dus niet aanbevolen op buitenwegen met druk verkeer.
Gebruik het systeem niet in de stad.
INSCHAKELENVAN HET SYSTEEM
Zet de draaischakelaar A fig. 42 in de stand ON.
Het systeem mag alleen worden ingeschakeld in de 4e versnelling of een hogere.Op afdalingen kan de snelheid bij ingeschakelde cruise-control iets hoger liggen dan de van te voren ingestelde snelheid.
De inschakeling wordt aangegeven door het aangaan
van het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel (samen met het speciale bericht op het display) (zie
hoofdstuk "Waarschuwingslampjes en berichten").
DE SNELHEIDVAN HETVOERTUIG OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan de snelheid gewoon verhoogd worden door het gaspedaal in te trappen: als het gaspedaal vervolgens wordt losgelaten, keert de auto terug naar de eerder opgeslagen snelheid.
OPGESLAGEN SNELHEID HERSTELLEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid als volgt worden opgeroepen:
DE OPGESLAGEN SNELHEIDVERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
Elke beweging van de draaischakelaar zal oveenkomen met een lichte snelheidsverhoging (ongeveer 1 km/u), terwijl als de draaischakelaar in deze stand gehouden wordt dit overeenkomt met een voortdurende snelheidsverhoging.
DE OPGESLAGEN SNELHEIDVERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
Elke beweging van de draaischakelaar zal oveenkomen met een lichte snelheidsverlaging (ongeveer 1 km/u), terwijl als de draaischakelaar in deze stand gehouden wordt dit overeenkomt met een voortdurende snelheidsverlaging.
UITSCHAKELENVAN HET SYSTEEM
Zet de draaischakelaar A fig. 42 op OFF of draai de contactsleutel op STOP. In de volgende gevallen wordt het systeem automatisch uitgeschakeld:
BELANGRIJK Zet, tijdens het rijden met ingeschakelde Cruise-control, nooit de versnellingspook in de vrijstand en zet de Dualogic vesnellingspook niet in stand N of R. |
BELANGRIJK Draai bij een storing van het systeem de draaischakelaar A fig. 42 op OFF en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk |
RUITENWISSERS/-SPROEIER De ruitenwissers kunnen alleen werken met de contactsleutel in de stand MAR. De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet fig. 37: ruitenwissers u ...
PLAFONDVERLICHTINGVOOR MET SPOTS Met de schakelaar A fig. 43 wordt de plafondverlichting in- en uitgeschakeld. Zet de schakelaar A in de middelste stand: de lampjes C en D gaan aan/uit bij het o ...
Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Thuiskomstverlichting
Bij bediening van de hendel schakelt de thuiskomstverlichting de koplampen
(dimlicht) in.
Inschakelen van de verlichting
Wanneer aan de hendel wordt getrokken terwijl het contact op ACC of OFF
s ...
Mazda 3 (BM/BN) Instructieboekje (2013-2019). Registratie van voertuiggegevens
Deze auto is uitgerust met een computer die de volgende belangrijke gegevens
van de auto registreert welke verband houden met de elektronische besturing,
rijgegevens en overige gebruiksomstandighe ...