Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016): Krik

Ter informatie herinnert men eraan dat:

• de krik weegt 1,76 kg;
• de krik behoeft geen afstelling;
• de krik niet kan worden gerepareerd: in geval van defect moet de krik door een origineel exemplaar worden vervangen;
• afgezien van de slinger mag geen enkel ander gereedschap op de krik gemonteerd worden.

Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:

• stop het voertuig op een plaats die niet gevaarlijk is voor tegemoetkomendverkeer, waar u het wiel veilig kunt verwisselen, de ondergrond moet vlak zijn en stevig genoeg.
• schakel de motor uit en trek de handrem aan; schakel de eerste of de achteruitversnelling in; gebruik hendel A om het starre voorgevormde deksel B fig. 123 te verwijderen;

• maak bevestiging E fig. 124 los;
• voor versies uitgerust met de "Fix&Go Automatic" kit, de gereedschapstas uit de bagageruimte halen

• voor versies uitgerust met ruimtebesparend reservewiel, bevestiging E fig. 124 losmaken, gereedschapstas F pakken, deze naast het wiel dat vervangen moet worden zetten en vervolgens het ruimtebesparende reservewiel G pakken;
• verwijder wieldeksel H fig. 125 (versies met stalen velgen) of verwijder het wieldeksel (versies met lichtmetalen velgen);
• draai de bouten van het wiel dat vervangen moet worden ongeveer één slag los met de bijgeleverde sleutel L fig. 126; als het wiel een lichtmetalen velg heeft, het voertuig schudden om de velg makkelijker van de wielnaaf te kunnen verwijderen;
• gebruik gereedschap M fig. 127 om de krik te verlengen, tot groef N op het bovenste deel van de krik precies past in het onderste profiel P dat zichtbaar is op de carrosserie naast de indicatie Q (op ongeveer 72 cm vanaf het middelpunt van het voorwiel of 75 cm vanaf het middelpunt van het achterwiel);

• waarschuw de passagiers/omstanders dat het voertuig wordt opgekrikt; zorg dat niemand in de nabijheid van het voertuig komt tot het weer helemaal op grond staat;

• monteer hendel R fig. 127 om de krik te bedienen en hef het voertuig op tot het wiel enkele centimeters van de grond is;
• draai de bevestigingsbouten volledig los en verwijder het wiel.
• zorg dat de contactvlakken van het reservewiel en de velg schoon zijn om het losraken van de wielbouten te voorkomen;
• monteer het ruimtebesparende wiel door de openingen S fig. 128 uit te lijnen met de bijbehorende centreerpennen T;
• draai de vier wielbouten vast met de bijgeleverde sleutel;
• draai de hendel R fig. 127 van de krik om het voertuig te laten zakken en verwijder de krik;
• gebruik de bijgeleverde sleutel om de bouten volledig kruislings aan te halen, in de numerieke volgorde afgebeeld in fig. 129.