Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk zijn wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt.
Volg daarom de procedure nauwkeurig op. Indien u hiermee niet vertrouwd bent, raden wij u ten sterkste aan het starten van uw auto met een hulpaccu over te laten aan een deskundige monteur of aan de wegenwacht.
WAARSCHUWING
Nooit met een bevroren accu of met een accu met een laag vloeistofniveau via het gebruik van een hulpaccu proberen te starten: Proberen te starten met een hulpaccu wanneer de uitgeputte accu bevroren is of wanneer het vloeistofniveau laag is, is gevaarlijk. De accu kan dan scheuren of tot ontploffing komen, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu: Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve pool van de uitgeputte accu is gevaarlijk. Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontploffing komen en iemand letsel toebrengen. |
WAARSCHUWING Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen: Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegende onderdelen (koelventilators, aandrijfriemen) is gevaarlijk. De kabel kan verstrikt raken wanneer de motor start en ernstig letsel veroorzaken. |
OPGELET Gebruik uitsluitend een 12 V hulpstartsysteem. Een 12 V startmotor, ontstekingssysteem en overige elektrische onderdelen kunnen onherstelbaar beschadigd worden, wanneer er gebruik gemaakt wordt van een 24 V stroomvoorziening (twee 12 V accu's in serie of een 24 V motorgenerator). |
1. Verwijder het accudeksel.
2. Controleer of de hulpaccu 12 V is en of de negatieve pool daarvan met
de massa verbonden is.
3. Indien de hulpaccu zich in een andere auto
bevindt, mogen beide auto's elkaar niet raken. Zet de motor van de auto
met de hulpaccu stop en schakel alle niet noodzakelijke elektrische
verbruikers in beide auto's uit.
4. Sluit de hulpstartkabels in precies
dezelfde volgorde aan zoals is aangegeven in de illustratie.
5. Start de motor van de auto waarin zich de hulpaccu bevindt en laat de motor gedurende enkele minuten draaien.
Start vervolgens de motor van de
auto met de uitgeputte accu.
6. (Met i-ELOOP systeem) Het is mogelijk
dat na het starten van de motor het i-ELOOP indicatielampje gaat
knipperen. Het indicatielampje gaat uit wanneer de motor draait en het
opladen is voltooid. Controleer alvorens te gaan rijden dat het i-ELOOP
indicatielampje is gedoofd.
OPMERKING
|
7. Maak wanneer u gereed bent de kabels voorzichtig los, in de omgekeerde
volgorde als beschreven in de illustratie.
8. Als het accudeksel verwijderd
is, dit in omgekeerde volgorde van verwijderen monteren.
OPMERKING Controleer of de deksels stevig op hun plaats zijn aangebracht. |
1. Verwijder alle vuil en overige verontreiniging van de montagevlakken van het wiel, de naaf en de naafbouten met behulp van een doek. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de montagevlak ...
Starten van een verzopen motor (MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, en SKYACTIV-G 2.5) Indien de motor weigert te starten, bestaat de kans dat deze is "verzopen" (motor heeft een overmaat a ...
Lexus CT 200h Instructieboekje (2011-2017). Plaatsen van een baby- of kinderzitje
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje. Zet het baby- of
kinderzitje
stevig vast op de zitplaatsen met de veiligheidsgordel of het
ISOfixbevestigingssysteem.
Zet het baby- of kind ...
Chevrolet Cruze (J300) Instructieboekje (2008-2016). Inleiding
Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eersteklas
infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentiebereiken
AM en FM voorzien van twaalf
automatisch in te stellen voo ...