Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022): Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik

■ Sensoren Signaleren de auto om de parkeerplaats te helpen bepalen.

  1. Sensoren voorzijde
  2. Zijsensoren achter

  • Het detectiegebied van de sensor bij het gebruik van de modus automatisch achteruit inparkeren
    1. Beoogde parkeerplaats

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Het detectiegebied van de sensor bij het gebruik van de modus fileparkeren
    1. Beoogde parkeerplaats

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Wanneer er een auto geparkeerd staat achter de beoogde parkeerplaats, wordt deze als gevolg van de afstand mogelijk niet gesignaleerd. Ook wordt, afhankelijk van de vorm van de auto en andere omstandigheden, de detectieafstand mogelijk korter of is signalering wellicht niet mogelijk.
  • Andere objecten dan geparkeerde auto's, zoals een paal of muur, worden mogelijk niet gesignaleerd. Zelfs wanneer deze objecten kunnen worden gesignaleerd, wijkt de beoogde parkeerplaats mogelijk af.
    1. Palen
    2. Muur

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Ook wijkt de beoogde parkeerplaats mogelijk af wanneer een voetganger, enz. wordt gesignaleerd.
    1. Voetganger

Gebruik van de ondersteunende systemen

  • Het Simple Intelligent Parking Assist-systeem werkt mogelijk niet wanneer roosters, traanplaten o.i.d. worden gesignaleerd op de parkeerplaats.
WAARSCHUWING
  • Vertrouw niet uitsluitend op het Simple Intelligent Parking Assist-systeem.

    Rijd, net als bij auto's zonder dit systeem, voorzichtig vooruit en achteruit terwijl u de omgeving van de auto in de gaten houdt.

  • Rijd niet achteruit terwijl u op het multi-informatiedisplay kijkt. Als u tijdens het achteruitrijden alleen op het scherm van de monitor let, kan dat een aanrijding of ongeval tot gevolg hebben, aangezien het beeld dat op het scherm van de monitor wordt weergegeven, kan afwijken van de werkelijke situatie. Controleer de omgeving van de auto tijdens het achteruitrijden altijd visueel, zowel met als zonder spiegels.
  • Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit- en vooruitrijden de snelheid regelt met het rempedaal.
  • Als de kans bestaat dat de auto een voetganger, een andere auto of een ander obstakel zal raken, breng de auto dan tot stilstand door het rempedaal in te trappen en druk op de toets van de S-IPA om het systeem uit te schakelen.
  • Gebruik het systeem op een parkeerplaats met een vlakke ondergrond.
  • Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen, aangezien het stuurwiel tijdens het gebruik automatisch wordt gedraaid.
    • Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zitten in het stuurwiel. Zorg dat uw bovenlichaam niet te dicht bij het stuurwiel komt. Voorkom ook dat kinderen te dicht bij het stuurwiel komen.
    • U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange vingernagels hebt.
    • Breng in een noodgeval de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen en druk op de toets van de S-IPA om het systeem uit te schakelen.
  • Controleer altijd of er voldoende ruimte is voordat u probeert de auto te parkeren en het systeem te bedienen.

 

WAARSCHUWING
  • Gebruik het systeem in de volgende situaties niet, aangezien het systeem u mogelijk niet goed kan ondersteunen bij het bereiken van de beoogde parkeerplaats, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
    • In een gebied waar geen parkeerplaatsen zijn
    • Op een onverharde parkeerplaats zonder belijning, bijvoorbeeld op zand of grind
    • Op een parkeerplaats waarbij een helling of golving in de weg is
    • Op een bevroren, met sneeuw bedekte of gladde weg
    • Op asfalt dat door hoge buitentemperaturen zacht is geworden
    • Als er een obstakel aanwezig is tussen de auto en het beoogde parkeervak
    • Gebruik van de sneeuwkettingen of het compacte reservewiel (indien aanwezig)
  • Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen banden. Anders werkt het systeem mogelijk niet goed. Neem voor het vervangen van de banden contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • In de volgende situaties kan het systeem de auto mogelijk niet op de ingestelde locatie brengen.
    • Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
    • De auto is zeer zwaar beladen
    • De auto staat schuin doordat er bagage e.d. zich aan één kant van de auto bevindt
    • De parkeerplaats is voorzien van wegverwarming om te voorkomen dat het wegdek bevriest

Laat in eventuele andere gevallen waarbij de instelde positie en de positie van de auto erg verschillen de auto nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

  • Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in acht.

    De modus parkeerplaats fileparkeren verlaten is een functie die wordt gebruikt bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Deze functie kan echter mogelijk niet worden gebruikt wanneer obstakels of mensen worden gesignaleerd vóór de auto. Gebruik deze functie uitsluitend bij het wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren. Wanneer de stuurregeling in werking is, schakel dan het systeem uit met de toets van de S-IPA of bedien het stuurwiel om de regeling te beëindigen.

  • Als de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten in de volgende gevallen abusievelijk wordt gebruikt, raakt de auto mogelijk een obstakel.

    De functie voor het verlaten van de parkeerplaats wordt gebruikt in een richting waar zich een obstakel bevindt, maar het obstakel wordt niet gesignaleerd door de zijsensoren (bijvoorbeeld wanneer de auto direct naast een paal staat).

 

WAARSCHUWING
  • Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien de sensoren mogelijk niet meer goed werken, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
    • Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan, enz. Anders werken de sensoren mogelijk niet goed.
    • Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de sensoren. De apparatuur werkt mogelijk niet goed als gevolg van blootstelling aan een sterke waterdruk. Wanneer de bumper iets raakt, werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van een storing in de sensor. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
  • De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtigheid.
    • Obstakels kunnen niet aan de zijkant worden gesignaleerd tot de scan van de zijkanten is voltooid.
    • Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels zoals andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen niet worden gesignaleerd.
    • De sensor is bevroren (zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer normaal werken).

      Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer lage temperaturen doordat de sensor is bevroren en hij daardoor mogelijk geen geparkeerde auto's signaleert.

    • De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
    • De auto staat erg schuin.
    • Bij extreem hoge of lage temperaturen.
    • Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een gebied waar het gras hoog is, enz.
    • Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een claxon of sensoren van een ander voertuig, de motor van een motorfiets of de luchtremmen van een groot voertuig.
    • Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er te veel water op uw auto terechtkomt.
    • De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuningsregeling start, zelfs wanneer er een geparkeerde auto op de beoogde parkeerplaats staat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
    • Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.

    Meldingen multi-informatiedisplay

    Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van de onderstaande meldingen we ...

    Ondersteunende systemen

    Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echt ...

    Zie ook:

    Fiat Bravo II Instructieboekje (2007-2016). Luchtroosters
    VERSTELBARE LUCHTUITSTROOMOPENINGEN EN LUCHTROOSTERSAAN DE ZIJKANT A Vast luchtrooster voor zijruit fig. 26.   B Regelknop luchtopbrengst fig. 27: = Volledig gesloten = Volledig geopend ...

    Toyota Prius (XW50) Instructieboekje (2016-2022). Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren
    Gebruik de mechanische sleutel om de volgende handelingen uit te voeren: Vergrendelen van alle portieren Sluiten van ruiten en schuifdak *1 (draaien en vasthouden)*2 Ontgrendelen van alle p ...

    Auto modellen:

    © 2021-2025 Alle rechten voorbehouden www.cmodellen.nl